Machine aankoppelen:
1. Controleer of de Cirrus is beveiligd met
2 x 2 wielblokken (Afb. 103/1) aan elke zijde
van de machine onder de buitenste V-ring
bandenwalsen.
2. Bevestig de kogelkoppelingen (Afb. 104/1)
met vanghaak op de trekpennen (cat. III)
van de trekdissel en beveilig ze met
lunspennen.
De kogelkoppelingen zijn afhankelijk van
het type tractor (zie bedieningshandleiding
van tractor).
De Cirrus 3002 en Cirrus 4002-2 kunnen
voorzien zijn van trekpennen (cat. II).
Cirrus BAH0049-1 09.14
WAARSCHUWING
Wanneer de Cirrus losgekoppeld van de tractor wordt gepar-
keerd met een volle luchtdrukketel, zorgt de perslucht van de
luchtdrukketel ervoor dat de remmen inschakelen en blokkeren
de wielen.
De perslucht in de luchtdrukketel en daarmee de remdruk
neemt geleidelijk af tot nul wanneer de ketel niet wordt bijge-
vuld. Daarom mag de Cirrus alleen met wielblokken worden
geparkeerd.
De remmen komen bij een gevulde luchtdrukketel direct los,
zodra de voorraadleiding (rood) op de tractor wordt aangeslo-
ten. Daarom moet de Cirrus op de trekstangen van de tractor
zijn aangesloten en de handrem van de tractor zijn aangetrok-
ken voordat u de voorraadleiding (rood) aansluit. Verwijder de
wielblokken pas zodra de Cirrus op de trekstangen van de trac-
tor is aangesloten en de handrem van de tractor is
aangetrokken.
Afb. 103
Afb. 104
VOORZICHTIG
Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende
trekbalk.
Machine aan- en afkoppelen
105