Reinigen, service en onderhoud
12.4.2
Overzicht van smeerpunten
Aantal smeernippels
Fig. 200/1
1
Fig. 200/2
1
Fig. 201/1
2
Fig. 201/2
2
Fig. 202/1
―
Fig. 203/1
―
Fig. 203/2
―
Fig. 203/3
―
Fig. 204/1
2
Fig. 204/2
2
Fig. 204/3
2
Fig. 204/4
2
Fig. 204/5
2
Fig. 204/6
―
1)
Alleen smeren bij ingeklapte, opgelichte en beveiligde machine (zie
hoofdstuk 12.2).
2)
Regelmatig smeren niet nodig.
Afb. 199
180
Smeerinterval
1
1
1
1
2
2
2
2
2
2
1)
1)
2
4
1)
1)
2
4
1)
1)
4
4
1)
1)
2
2
1)
1)
2
2
1)
1)
2
2
1)
1)
2
2
1)
1)
2
2
1)
1)
2
2
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
25 u
2)
―
2)
―
25 u
Cirrus BAH0049-1 09.14