2.16.4
Gebruik van aftakassen
2.16.5
Aangekoppelde machines
Cirrus BAH0049-1 09.14
•
De cardanas mag alleen worden in- of uitgebouwd bij
ο
uitgeschakelde aftakas;
ο
uitgeschakelde tractormotor;
ο
aangetrokken handrem;
ο
verwijderde contactsleutel.
•
Controleer vóór het inschakelen van de aftakas, of het gekozen
toerental van de tractoraftakas overeenkomt met het toelaatbare
aandrijftoerental van de machine.
•
Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat
u de aftakas inschakelt.
•
Schakel de aftakas nooit bij een uitgeschakelde tractormotor in!
•
WAARSCHUWING! Na het uitschakelen van de aftakas bestaat
verwondingsgevaar door de nalopende rotatiemassa van rote-
rende machinedelen!
Gedurende deze tijd niet te dicht bij de machine gaan staan! Pas
als alle machinedelen volledig tot stilstand gekomen zijn, mag u
aan de machine werken!
•
Houd rekening met de toegestane combinatiemogelijkheden van
de trekhaak aan de tractor en de trekinrichting aan de machine!
Koppel uitsluitend toegestane combinaties van voertuigen (trac-
tor en aangekoppelde machine) aan elkaar.
•
Houd bij machines met enkele as rekening met de maximaal
toegestane oplegdruk op de trekhaak van de tractor!
•
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen
Aangebouwde of aangekoppelde machines beïnvloeden het
rijgedrag en het stuur- en remvermogen van de tractor. Dit geldt
vooral voor enkelassige machines met oplegdruk op de tractor!
•
Alleen een vakbedrijf mag de hoogte van de trekdissel instellen
voor trekhaakdissels met oplegdruk!
Algemene veiligheidsinstructies
37