Instellingen
8.4
Turbinetoerental instellen
Fig. 125
8.4.1
Turbinetoerental aan de stroomregelklep van de tractor instellen
122
Deze instelling is niet nodig als de turbineaandrijving via de aftakas
van de tractor plaatsvindt.
Stel het voorgeschreven turbinetoerental (Fig. 71) in
•
aan de stroomregelklep van de tractor;
•
aan de drukbegrenzingsklep van de hydraulische motor van de
turbine, als de tractor geen stroomregelklep heeft.
Stel op de AMATRON 3 in:
•
het gewenste turbinetoerental;
•
de afwijking van het gewenste turbinetoerental (in procenten)
waarbij het alarm moet worden afgegeven.
Fig. 126
1. Draai de contramoer (Fig. 125/2) los.
2. Stel de drukbegrenzingsklep (Fig. 125/1) in op de af fabriek in-
gestelde maat "21 mm" (Fig. 126).
2.1 Verdraai de schroef overeenkomstig met behulp van de in-
bussleutel (Fig. 125/3).
3. Draai de contramoer (Fig. 125/2) vast.
4. Stel het gewenste turbinetoerental in met behulp van de stroom-
regelklep van de tractor.
Cirrus BAH0049-1 09.14