8.4.2
Turbinetoerental instellen aan de overdrukklep van de machine
8.4.3
Bewaking turbinetoerental instellen op de AMATRON 3
8.4.3.1
Waarschuwingssignaal bij afwijking tussen turbinetoerental en ingestelde waarde
Cirrus BAH0049-1 09.14
1. Draai de contramoer (Fig. 125/2) los.
2. Stel het gewenste turbinetoerental met behulp van een inbus-
sleutel op de drukbegrenzingsklep in.
Zorg ervoor dat de maat "21 mm" (Fig. 126) niet wordt onder-
schreden.
Turbinetoerental
Naar rechts draaien: het gewenste toerental verhogen
Naar links draaien: het gewenste toerental verlagen.
3. Draai de contramoer (Fig. 125/2) vast.
Stel de bewaking van het turbinetoerental in het menu Machinegege-
vens in (zie bedieningshandleiding AMATRON 3).
•
Voer het te bewaken turbinetoerental (1/min.) in of
•
neem het actuele turbinetoerental (1/min.) tijdens het zaaien als
te bewaken toerental over.
Instellen in het menu Basisgegevens van het waarschuwingssignaal
dat wordt gegeven als het turbinetoerental afwijkt van de ingestelde
waarde (zie bedieningshandleiding AMATRON 3).
De afwijking kan in stappen van ± 10 (%) ten opzichte van de ge-
wenste waarde worden ingesteld.
Instellingen
123