Formatteren (Format)
Wordt een geheugenkaart of het interne geheugen van de camera
geformatteerd, dan wordt alle informatie gewist.
De formatteerfunctie wordt gebruikt om alle informatie op een
geheugenkaart of in het interne geheugen te wissen. Wilt u het inter-
ne geheugen formatteren, verwijder dan de geheugenkaart uit de
camera.
Kopieer voordat u formatteert de bestanden op een computer of
opslagmedium. Vergrendelen van beeldbestanden geeft geen
bescherming tegen verlies bij formatteren. Formatteer een kaart
altijd met de camera, nooit vanuit de computer.
Wanneer de formatteerfunctie wordt geselecteerd in sectie 1 van het
weergavemenu (blz. 71) verschijnt er een bevestigingsscherm. Door
"Yes" te kiezen laat u de kaart formatteren, met "No" heft u de han-
delingen op. Er verschijnt een melding dat de kaart geformatteerd is.
Een kaart die in een andere camera werd gebruikt moet voor gebruik in deze camera mogelijk
opnieuw worden geformatteerd. Verschijnt er een boodschap dat het niet mogelijk is de kaart te
gebruiken ("unable to use") formateer dan de kaart in de camera. Verschijnt de "Card error" melding,
druk dan op de centrale toets van de stuureenheid om het venster te sluiten; kijk op de Konica Minolta
website voor de meest recente compatibiliteitsinformatie:
Noord-Amerika:
http://www.konicaminolta.us/
Europa:
http://www.konicaminoltaeurope.com/
74
G
EAVANCEERDE WEERGAVETECHNIEK
Delete
–
Format
–
Lock
–
Copy
–
Delete
–
Format?
Yes
No
C
Vergrendelen (Lock)
U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map vergrendelen. Wilt u de
bestanden in het interne geheugen vergrendelen, verwijder dan de geheugenkaart uit de camera.
Een vergrendeld beeld kan niet worden gewist, noch via het weergavemenu, noch met de QV/Wissen
toets. De formatteerfunctie (blz. 74) wist echter alle bestanden, of ze nu vergrendeld zijn of niet. Het
is verstandig belangrijke opnamen te vergrendelen. De vergrendelfunctie vindt u in sectie 1 van het
weergavemenu (blz. 71). Er zijn vier instellingen voor de vergrendelingsfunctie:
This
Het weergegeven of gemarkeerde beeld wordt vergrendeld.
frame
Alle beel-
Alle beelden op de geheugenkaart of in het interne geheugen worden vergrendeld.
den
om meerdere bestanden te vergrendelen. Kiest u deze instelling, dan verschijnt het beeld-
selectiescherm. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om het beeld te
markeren dat u wilt vergrendelen. Met de op-toets markeert u de miniatuur met een ver-
Marked
grendelingsaanduiding. Wilt u een beeld ontgrendelen, markeer het dan met het gele
frames
kader en druk op de neer-toets: de vergrendelingsaanduiding verdwijnt dan. Maak op
deze wijze een selectie van te vergrendelen beelden. Druk op de stuureenheid om de
geselecteerde beelden te vergrendelen, of druk op de menu-toets om de handelingen op
te heffen en naar het weergavemenu terug te keren.
Unlock
Alle beelden op de geheugenkaart of in het interne geheugen worden ontgrendeld.
all
75