Zoekerbeeld aanpassen
De camera is uitgerust met een dioptrie-instelling, waarmee de
camera aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden
aangepast. Voordat u gaat fotograferen, controleert u of de weergave
van het zoekerbeeld scherp is.
1
Trek de dioptrie-instelling omhoog.
Verwijder de objectiefdop, zet de camera
aan en trek de dioptrie-instelling uit (q).
2
Stel het zoekerbeeld scherp.
Draai aan de dioptrie-instelling totdat het
zoekerbeeld, de scherpstelpunten en de
haakjes van het AF-veld scherp zijn.
A
Zoekerbeeld aanpassen
Als het u niet lukt om de zoeker, zoals hierboven
omschreven, scherp te stellen, selecteer AF-
enkelpunt (K) en draai de scherpstelstand
selector naar S, kadreer vervolgens een
onderwerp met hoog contrast in het middelste
scherpstelpunt en gebruik autofocus om scherp
te stellen. Draai, met de camera scherpgesteld,
de dioptriebediening totdat het onderwerp
duidelijk in de zoeker is scherpgesteld. Wanneer
nodig, kan het zoekerbeeld met gebruik van optionele correctieve
objectieven verder worden aangepast (p. 386).
3
Plaats de dioptrie-instelling terug.
Druk de dioptrie-instelling terug in (e).
A
Voordat er zoekerobjectieven met dioptrie-
instelling worden bevestigd
Verwijder het DK-17 zoekeroculair door de sluiter van
de zoeker te sluiten om de oculairvergrendeling te
ontgrendelen (q) en vervolgens het oculair los te
draaien, zoals rechts wordt weergegeven (w).
Haakje AF-veld
Scherpstelpunt
s
45