3
Kadreer het beeld op de monitor.
Als u het beeld op de monitor tot 13× wilt vergroten, drukt u op
de knop X.
k
Wanneer u inzoomt op het beeld dat door het
objectief te zien is, wordt rechtsonder op de monitor
een navigatievenster weergegeven. Gebruik de multi-
selector om binnen de haakjes van het AF-veld te
navigeren.
4
Stel scherp.
Autofocus (scherpstelstand S of C):
Druk de ontspanknop half in of
druk op de knop B. De
camera stelt op de normale
manier scherp en stelt de
belichting in. Wanneer u een van deze knoppen indrukt, klapt de
spiegel echter terug op zijn plaats, waardoor het livebeeld tijdelijk
niet wordt weergegeven. Het livebeeld wordt hersteld zodra u de
knop loslaat. U kunt het scherpstelpunt selecteren met de multi-
selector.
Handmatige scherpstelling (scherpstelstand M; p. 81): Stel scherp met
de scherpstelring van het objectief. Met de multi-selector kunt u
het scherpstelpunt voor de elektronische afstandsmeter
selecteren.
94
X knop
Afsluiten