Neerklappen van de ingebouwde flitser
Als u stroom wilt sparen wanneer de flitser niet
wordt gebruikt, duwt u de flitser omlaag totdat
deze vastklikt.
D
De ingebouwde flitser
Gebruik de flitser bij objectieven met een brandpuntsafstand van 24–300 mm
in FX-formaat (p. 374). Verwijder de zonnekap om schaduwen te voorkomen.
De flitser heeft een minimumbereik van 60 cm en kan niet worden gebruikt in
het macrobereik van zoomobjectieven.
Als de flitser wordt gebruikt in de continue ontspanstand (p. 86), wordt bij het
indrukken van de ontspanknop telkens maar één foto gemaakt.
Nadat deze voor meerdere opnamen achtereen is gebruikt, kan de
ontspanknop ter bescherming van de flitser kort worden geblokkeerd. Na een
korte pauze kan de flitser weer worden gebruikt.
A
Zie ook
Zie pagina 192 als u de flitswaarde (FV) die voor een onderwerp is gemeten,
wilt vergrendelen voordat u een foto opnieuw kadreert.
Zie persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatie snelheid, p. 305) voor
informatie over het kiezen van een flitssynchronisatiesnelheid. Zie
persoonlijke instelling e2 (Langste sluitertijd bij flits, p. 308) als u de flitser
gebruikt en de langste beschikbare sluitertijd wilt kiezen. Zie persoonlijke
instelling e3 (Flitssturing ingeb. flitser, p. 309) voor informatie over het
gebruik van de ingebouwde flitser in de commanderstand.
Zie pagina 377 voor informatie over het gebruik van optionele flitsers. Zie
pagina 427 voor informatie over het bereik van de ingebouwde flitser.
l
187