A
De weergave van de flitssynchronisatiestand
M wordt niet als flitssynchronisatiestand weergegeven in het lcd-venster als – –
is geselecteerd voor Ingeb. flitser > Stand.
A
Flitscorrectie
De flitscorrectiewaarde die is geselecteerd met de knop Y (M) en de
secundaire instelschijf wordt opgeteld bij de flitscorrectiewaarden die zijn
geselecteerd voor de ingebouwde flitser, groep A en groep B in het menu
Commanderstand. Het pictogram Y wordt weergegeven in het lcd-venster
en in de zoeker als een andere flitscorrectiewaarde dan ±0 is geselecteerd
voor Ingeb. flitser > DDL. Het pictogram Y knippert als de ingebouwde
flitser in de stand M staat.
D
Commanderstand
Richt de sensorvensters van de externe flitsers zodanig dat ze de monitor-
voorflitsen van de ingebouwde flitser detecteren. (Let hier met name op als u
geen statief gebruikt.) Zorg dat er geen direct licht of sterke reflecties van de
externe flitsers in het objectief van de camera (in DDL-stand) of op de
fotocellen van de externe flitsers (in AA-stand) vallen, aangezien dit de
belichting kan verstoren. Als u wilt voorkomen dat timerflitsen van de
ingebouwde flitser zichtbaar zijn in foto's die op korte afstand worden
gemaakt, kiest u een lage ISO-gevoeligheid of een klein diafragma (hoge f/-
waarde) of gebruikt u een optioneel SG-3IR infraroodfilter voor de
ingebouwde flitser. Een SG-3IR is vereist voor het beste resultaat met
synchronisatie op het tweede gordijn, waarbij de timerflitsen helderder zijn.
Nadat u de externe flitsers hebt geplaatst, maakt u een testopname en bekijkt
u het resultaat op de cameramonitor.
Hoewel er geen beperkingen gelden voor het aantal externe flitsers dat kan
worden gebruikt, is drie uit praktisch oogpunt het maximum. Bij meer dan
drie flitsers zal het resultaat nadelig worden beïnvloed door het licht van de
externe flitsers.
U
314