4
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
De camera varieert de belichting en/of de flitssterkte per opname,
op basis van het geselecteerde bracketingprogramma.
Wijzigingen in de belichting worden opgeteld bij wijzigingen die
zijn aangebracht via belichtingscorrectie (zie pagina 128), zodat
het mogelijk is een belichtingscorrectie van meer dan 5 LW toe te
passen.
Terwijl bracketing van kracht is, wordt een voortgangsaanduiding
weergegeven in het lcd-venster. Na elke opname verdwijnt een
deel van de aanduiding.
Z
Aantal opnamen: 3
Weergave na eerste
opname
Stapgrootte: 0,7
Stapgrootte belichting:
Stapgrootte belichting:
Stapgrootte belichting:
0 LW
–1 LW
+1 LW
133