❚❚ Belichtings- en flitsbracketing
1
Selecteer belichtings- of
flitsbracketing.
Kies het type bracketing dat wordt
uitgevoerd via persoonlijke instelling e5
(Inst. voor auto bracketing, p. 315).
Selecteer AE & flits om zowel belichting als
flitssterkte te variëren (standaardinstelling), Alleen AE om alleen
belichting of Alleen flits om alleen flitssterkte te variëren.
2
Selecteer het aantal opnamen.
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om
het aantal opnamen in de bracketingserie te kiezen. Het aantal
opnamen wordt weergegeven in het lcd-venster.
Fn-knop
Bij andere instellingen dan nul worden
het pictogram M en de aanduiding voor
belichtings- en flitsbracketing
weergegeven in het lcd-venster en
knippert het pictogram E in de zoeker.
Hoofdinstelschijf
Aantal opnamen
Lcd-venster
Aanduiding belichtings-
en flitsbracketing
Z
131