D
FV-vergrendeling gebruiken met de ingebouwde flitser
FV-vergrendeling is alleen beschikbaar bij de ingebouwde flitser als DDL
(standaardoptie) is geselecteerd voor persoonlijke instelling e3 (Flitssturing
ingeb. flitser, p. 309).
A
FV-vergrendeling gebruiken met optionele flitsers
FV-vergrendeling is ook beschikbaar bij de SB-900, SB-800, SB-600, SB-400 en
SB-R200 flitsers (apart verkrijgbaar). Stel de optionele flitser in op de stand
DDL. (De SB-900 en SB-800 kunnen ook worden gebruikt in de stand AA.
Raadpleeg de handleiding van de flitser voor meer informatie). Wanneer FV-
vergrendeling is ingeschakeld, wordt de flitssterkte automatisch aangepast als
de positie van de zoomkop van de flitser wordt gewijzigd.
Als de commanderstand is geselecteerd voor persoonlijke instelling e3
(Flitssturing ingeb. flitser, p. 309), kan FV-vergrendeling worden gebruikt
met de externe flitsers SB-800, SB-900, SB-600 en SB-R200 als (a) de
ingebouwde flitser, flitsergroep A of flitsergroep B in de stand DDL staat, of (b)
een flitsergroep uitsluitend bestaat uit SB-900 en SB-800 flitsers in de stand
DDL of AA.
A
Lichtmeting
Bij gebruik van een optionele flitser gelden voor FV-vergrendeling de
volgende meetgebieden.
Flitser
Autonome flitser
l
Gebruikt met andere
flitsers (geavanceerde
draadloze flitssturing)
A
Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de scherptedieptevoorbeeldknop of de
AE-L/AF-L-knop voor FV-vergrendeling, zie persoonlijke instelling f6
(Voorbeeldknop toewijzen, p. 324) of persoonlijke instelling f7 (AE-L/AF-L
knop toewijzen, p. 325).
194
Flitsstand
i-TTL
AA
i-TTL
AA
A (hoofdflitser)
Gemeten gebied
Cirkel van 5 mm in midden van
beeld
Gebied gemeten door
flitslichtmeter
Gehele beeld
Gebied gemeten door
flitslichtmeter