Voer de onderstaande stappen uit als u actieve D-Lighting wilt
gebruiken.
1
Selecteer Actieve
D-Lighting.
Markeer in het opnamemenu
(p. 268) Actieve D-Lighting en
druk op 2.
2
Kies een optie.
Markeer Automatisch, Uit,
Laag, Normaal of Hoog en druk
op J. Selecteer Automatisch
om D-Lighting automatisch aan
te passen aan de
opnameomstandigheden.
J
D
Actieve D-Lighting
Wanneer actieve D-Lighting is ingeschakeld, is meer tijd nodig om beelden op
te slaan en zal de capaciteit van het buffergeheugen kleiner worden (p. 424).
Gebruik matrixmeting (p. 112). Foto's die zijn gemaakt met Actieve D-Lighting
bij een hoge ISO-gevoeligheid kunnen ruis (korrels, banden en vlekken)
vertonen. Actieve D-Lighting kan niet worden gebruikt met een ISO-
gevoeligheid van Hi 0,3 of hoger. De beeldinstellingsopties Helderheid en
Contrast (p. 165) kunnen niet worden aangepast als actieve D-Lighting is
ingeschakeld. In de belichtingsstand
actieve D-Lighting overeen met Normaal.
D
Het verschil tussen Actieve D-Lighting en D-Lighting
Met de optie Actieve D-Lighting in het opnamemenu wordt de belichting
vóór de opname aangepast voor een optimaal dynamisch bereik. Met de optie
D-Lighting in het retoucheermenu kan het dynamische bereik in foto's ná de
opname worden geoptimaliseerd.
A
De opname-informatieweergave
U kunt actieve D-Lighting ook aanpassen via de opname-informatieweergave
(p. 15).
180
komt de instelling Automatisch voor
h