248
Verzorging van de auto
11. De manometer van de compres‐
sor geeft even max.
600 kPa (6 bar) aan wanneer de
fles met afdichtmiddel wordt
geleegd (ongeveer 30 seconden).
Daarna begint de druk te dalen.
12. Al het afdichtmiddel wordt in de
band gepompt. De band wordt
vervolgens opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 minuten
worden bereikt.
Bandenspanning 3 277.
Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.
Wordt de voorgeschreven
bandenspanning niet binnen
10 minuten bereikt, dan de
bandenreparatieset verwijderen.
De auto één wielomwenteling
verplaatsen. De bandenreparatie‐
set weer aansluiten en het vulpro‐
ces 10 minuten lang voortzetten.
Wordt de voorgeschreven
bandenspanning dan nog niet
bereikt, dan is de band te ernstig
beschadigd. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Laat een teveel aan lucht
ontsnappen via de knop op de
luchtslang.
De compressor niet langer dan
10 minuten laten werken.
14. Maak de bandenreparatieset los.
Neem de fles met afdichtmiddel
uit de steun. Schroef de vulslang
vast op de vrije aansluiting van de
fles met afdichtmiddel. Zo voor‐
komt u dat er afdichtmiddel uit de
fles stroomt. Berg de bandenre‐
paratieset op in de bagageruimte.
15. Verwijder eventueel vrijgekomen
afdichtmiddel met een doek.
16. Vervolg de rit onmiddellijk, zodat
het afdichtmiddel zich gelijkmatig
in de band kan verspreiden. Na
ongeveer 5 km, maximaal
10 minuten rijden stoppen en de
bandenspanning controleren.
Schroef de luchtslang van de
compressor rechtstreeks op
bandventiel. Vul de band zoals
eerder beschreven. Laat een
teveel aan lucht ontsnappen via
de knop op de luchtslang.
Als de bandenspanning niet tot
onder 150 kPa (1,5 bar) is
gedaald, moet u de bandespan‐
ning instellen op de juiste waarde.
Maak anders geen gebruik van de