● Dompel de oplaadkabel niet
onder in een vloeistof.
● Gebruik geen stopcontact
zonder een goede massaver‐
binding.
● Gebruik geen stopcontact op
een circuit met andere elektri‐
sche verbruikers.
9 Waarschuwing
Lees alle veiligheidswaarschuwin‐
gen en instructies alvorens dit
product te gebruiken. Als deze
waarschuwingen en instructies
niet worden opgevolgd, kan dit
leiden tot een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel.
Laat kinderen nooit zonder
toezicht in de buurt van de auto
terwijl deze wordt opgeladen en
laat kinderen nooit met de oplaad‐
kabel spelen.
Als de geleverde plug niet in de
contactdoos past, wijzig deze
stekker dan niet. Vraag een
erkende elektrische de contact‐
doos te controleren.
Steek geen vingers in de elektri‐
sche aansluiting van de auto.
1. Autostekker
2. Statusindicators
3. Stekker voor stopcontact
Rijden en bediening
Lampen status oplaadkabel
Na het aansluiten van de oplaadkabel
verricht deze snelle zelftest en lichten
alle statuslampjes voor even op.
Controleer de status:
● ! Power
Brandt geel: Verbinding is tot
stand gekomen. De oplaadkabel
is nu gereed om de auto op te
laden.
● 7 Charge
Brandt groen: Het opladen is
voltooid.
Knippert groen: Hoogspannings‐
accu is niet volledig opgeladen.
De accu wordt opgeladen of
programmeerbaar opladen is
actief.
● + Fault
Brandt rood: Storing.
Controleer of de aansluitingen in
de oplaadaansluiting en in de
contactdoos correct zijn. Voor‐
kom dat de elektrische aanslui‐
ting en de oplaadkabel bescha‐
digd raken.
211