De bestuurdersvermoeidheidsdetec‐
tie wordt opnieuw geïnitialiseerd als
het contact enkele minuten uitge‐
schakeld is geweest of als de snel‐
heid enkele minuten lager dan 65 km/
h is.
Systeembeperkingen
In de volgende situaties werkt het
systeem mogelijk niet goed of hele‐
maal niet:
● slecht zicht als gevolg van onvol‐
doende verlichting van het
wegdek, sneeuwval, zware
regenval, dichte mist enz.
● verblinding door koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
weerkaatsingen op een vochtig
wegdek, uitrijden van een tunnel,
afwisselend schaduw en licht
enz.
● voorruitgedeelte vóór de camera
bedekt met vuil, sneeuw, stickers
enz.
● geen rijstrookmarkeringen gede‐
tecteerd of meerdere rijstrook‐
markeringen door wegwerk‐
zaamheden
● voorliggers vlakbij
● slingerende wegen of smalle
wegen
Rijden en bediening
Opladen
9 Waarschuwing
Personen met een pacemaker
moeten een arts raadplegen voor
mogelijke voorzorgsmaatregelen.
Deze paragraaf licht het opladen van
de hoogspanningsaccu van de auto
toe.
Als de oplaadkabel in de auto steekt,
kunt u niet rijden.
205