Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 138
aanzetten ............................... 139
Service .................................... 139
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruit- en buitenspiegelver-
warming b
● stoelverwarming ß
Verwarmbare achterruit b 3 42.
Klimaatregeling
Verwarmbare buitenspiegels b 3 39.
Verwarmde stoelen ß 3 52.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door £ op
de gewenste temperatuur te draaien.
rode zone
: warmer
blauwe zone : kouder
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters
K : naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid
Pas de luchtopbrengst aan door Z op
de gewenste snelheid te draaien.
rechtsom : versnellen
linksom
: vertragen
127