110
Instrumenten en bedieningsorganen
Tijdens een Autostop
● Als het bestuurdersportier open‐
staat.
● Als niet voldaan is aan een van
de voorwaarden voor het herstar‐
ten van de motor.
Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen
in het Info-Display aan te passen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies mogelijk niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Graphic-Info-Display
Druk op MENU om de menupagina te
openen.
Gebruik de vierwegknop voor bedie‐
ning van het display:
Kies ˆ Configuratie Persoonlijke
instellingen I OK.
Eenheidsinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Selectie eenheden I OK.
Kies de gewenste instellingen I OK.
Taalinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Taalkeuze I OK.
Kies de gewenste taal I OK.
Auto-instellingen
Kies Autoparameters definiëren I
OK.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Verlichting
Follow-Me-Home-verlichting:
Activering en instelling van de
inschakelduur.