3. Open de achterklep. Til de vloe‐
rafdekking in de bagageruimte op
en verwijder de oplaadkabel.
4. Sluit de oplaadkabel aan op het
huishoudstopcontact.
Controleer de status van de
oplaadkabel.
Oplaadkabel 3 209.
5. Sluit de autostekker van de
oplaadkabel aan op de oplaa‐
daansluiting op de auto.
Oplaadstatus 3 209.
Het begin van het opladen wordt
aangegeven door het groen knippe‐
ren van het statuslampje op de oplaa‐
daansluiting en op de regeleenheid
van de oplaadkabel.
Rijden en bediening
Zodra er wordt opgeladen, wordt de
autostekker in de oplaadaansluiting
vergrendeld en kan tijdens het opla‐
den niet worden ontkoppeld. Het
lampje - brandt.
Opladen stoppen
9 Waarschuwing
Na afloop van het opladen:
● Controleer of de klep van de
oplaadaansluiting is gesloten.
● Ontkoppel altijd de oplaadka‐
bel van het huishoudstopcon‐
tact.
● Voorkom dat er water binnen‐
dringt in de oplaadaansluiting
van de auto, de autostekker
van de oplaadkabel en het
huishoudstopcontact.
De is accu volledig opgeladen als het
statuslampje op de oplaadaansluiting
groen brandt.
1. Ontgrendel de auto voordat u de
autostekker uit de oplaadaanslui‐
ting ontgrendelt.
207