Waarschuwingen
Slechte werking
• Wees u bewust van de mogelijkheid
dat de werking van uw hoortoestel
kan worden beëindigd zonder voor-
afgaande melding. Houd dit in ge-
dachten wanneer u afhankelijk bent
van waarschuwingsgeluiden (bijv.
in het verkeer). Het geluid van uw
hoortoestel kan plotseling wegval-
len, bijvoorbeeld wanneer de batterij
leeg is of het slangetje verstopt is
door vocht of oorsmeer.
Actieve implantaten
• Voorzichtigheid is geboden bij aan-
wezigheid van actieve implantaten.
Een algemeen advies is om bij het
gebruik van mobiele telefoons en
magneten de richtlijnen van fabri-
44
Over Aan de slag Gebruik Opties
kanten van implanteerbare defibril-
lators en pacemakers te volgen.
• Uw hoortoestel heeft een draadloze
transmissie. Houd het hoortoestel
meer dan 15 cm verwijderd van het
implantaat en draag het bijvoorbeeld
niet in uw borstzak.
• Als de hoortoestellen op of in de
oren zijn geplaatst, is de afstand
tussen de hoortoestellen en het
implantaat groter dan 15 cm.
• Uw AutoPhone-magneet of MultiTool
(die een ingebouwde magneet heeft),
dient meer dan 30 cm van het implan-
taat verwijderd te blijven, draag het
bijvoorbeeld niet in uw borstzak.
Waarschuwingen
Meer info
• Als u een actief hersenimplantaat
hebt, neem dan contact op met de
fabrikant van het implantaat over
het risico op verstoring.
Explosieven
• De batterij van uw hoortoestel heeft
onvoldoende energie om onder
normale gebruiksomstandigheden
brand te veroorzaken. Het hoortoe-
stel is niet getest op naleving van de
internationale normen met betrek-
king tot explosieve omgevingen.
Het is aan te bevelen uw hoortoestel
niet te gebruiken op plaatsen waar
explosiegevaar bestaat.
Röntgenstraling, CT-, MRI-, PET-
scans en elektrotherapie
• Verwijder uw hoortoestel tijdens
het maken van bijvoorbeeld een
röntgenfoto, CT-, MRI- en PET-scan,
elektrotherapie of een operatie.
Het hoortoestel kan beschadigd
raken bij blootstelling aan sterke
magnetische velden.
45