Storingen en oplossingen
1.
De camera reageert niet op het inschakelen.
1-1 Is de batterij juist geplaatst, resp. de net-/laad-
adapter juist aangesloten?
1-2 Is de batterijconditie voldoende? Gebruik een
opgeladen batterij.
2.
Onmiddellijk na het inschakelen schakelt de
camera zichzelf weer uit.
2-1 Is de batterijconditie voldoende voor de werking
van de camera? Laad de batterij of plaats een
opgeladen batterij.
2-2 Is er sprake van condens? Dit komt voor als de
camera van een koude naar een warme plaats
wordt gebracht. Wacht tot de condens is ver-
dampt.
3.
De opname laat zich niet opslaan.
3-1 Is een geheugenkaart geplaatst?
3-2 De capaciteit van de geheugenkaart is onvol-
doende. Wis niet meer benodigde opnamen
voordat u nieuwe maakt.
4.
De zoeker, resp. de monitor blijft donker.
4-1 Is de monitor, resp. zoeker ingeschakeld?
5.
De zojuist gemaakte opname wordt niet in de
zoeker, resp. monitor getoond.
5-1 Is (bij instelling van de camera op een opname-
modus ) de AUTO-REVIEW-functie ingescha-
keld?
5-2 Is bij geactiveerde AUTO-REVIEW-functie en
ingeschakelde zoeker de automatische weergave
op de monitor geschakeld (REVIEW ON LCD)?
6.
De zoeker/monitor is te licht of te donker.
6-1 Stel de helderheid van de zoeker/monitor naar
wens in.
7.
Het beeld/de beelden in de zoeker/monitor
is/zijn niet scherp.
7-1 Stel de AF-modus makro in als de afstand tot het
motief minder is dan 60cm.
8.
Er wordt niet geflitst.
8.-1 Het flitsapparaat is uitgeschakeld; kies een
andere flitsprogramma.
9.
De opname wordt niet weergegeven.
9-1 Is een geheugenkaart geplaatst?
9-2 Er zijn geen gegevens op de geheugenkaart.
9-3 De hendel voor het kiezen van de opname-/
weergavemodi is niet op weergave gezet.
10. De opname kan niet op de televisie worden
weergegeven.
10-1 Controleer of televisie en camera goed met
elkaar zijn verbonden.
10-2 Stel de televisie op de AV-ingang in, waarop de
camera is aangesloten.
11. Ondanks aansluiting op een computer zijn de
gegevens niet overdraagbaar.
11-1 Controleer of televisie en camera goed met
elkaar zijn verbonden.
12. De tijd- en datumgegevens zijn onjuist.
12-1 De camera werd langere tijd niet gebruikt; vooral
bij verwijderde batterij. Stel de datum en tijd in
zodra de melding PLEASE SET THE CLOCK ver-
schijnt. Als u eerst opnamen maakt, wordt als
datum en tijd 2003.1.1 0:00 opgeslagen.
Waarschuwingen / 185