Ga voor het verwijderen van de geheugenkaart in de
omgekeerde volgorde te werk. Voor ontgrendeling
moet de kaart – zoals aangegeven op de klep – eerst
nog iets verder naar binnen worden geschoven.
Opmerkingen:
• Als de geheugenkaart niet geplaatst kan worden,
controleert u de juiste uitlijning.
• Als de klep na het verwijderen van de geheugen-
kaart niet gesloten kan worden, probeert u het nog
eens na nogmaals plaatsen en verwijderen van de
geheugenkaart.
• Wanneer u de afdekklep (1.27) opent (a) of de
geheugenkaart verwijdert (b), verschijnt in de zoe-
ker/monitor een waarschuwing in plaats van de
indicaties:
a. MEMORY CARD DOOR OPEN
b. NO MEMORY CARD, bovendien, knipperend, het
symbool f
120 / Uitvoerige handleiding / De belangrijkste instellingen/bedieningselementen
• Open de klep niet en verwijder de geheugenkaart of
batterij niet zolang de tekens voor opnameregistra-
tie (2.1.15) en/of gegevensopslag op de kaart
(2.1.16) in de monitor of zoeker zijn te zien. Anders
kunnen de gegevens op de kaart worden verstoord
en kan de camera verkeerd werken.
• Omdat elektromagnetische velden, elektrostatische
oplading evenals defecten aan de camera en kaart
tot beschadiging of verlies van gegevens op de
geheugenkaart kunnen leiden, is het raadzaam de
gegevens naar een computer te kopiëren en daar op
te slaan (zie pag. 173).
• Om dezelfde reden is het aan te bevelen de kaart in
principe in het meegeleverde, antistatische foedraal
te bewaren.
De belangrijkste instellingen/bedieningselementen
In-/uitschakelen van de camera
De camera wordt met de hoofdschakelaar (1.26) in-
en uitgeschakeld. Hiervoor wordt deze in de betreffen-
de, met
en
gemarkeerde stand gedraaid. Het
OFF
ON
zoeker- of monitorbeeld (1.19/32) verschijnt (evt. tot
de camera automatisch in de stand-by functie scha-
kelt, zie pag. 125).
Kiezen van de opname- en
weergavemodi - 6/7/8
Met de hendel 1.15 zet u de camera op afzonderlijke
opname 6 (stand rechts), op serie-opname 7
(stand midden), of op weergavefunctie 8 (stand
links, zie hiervoor het betreffende gedeelte vanaf
pag. 131/155).
Met het menu (zie pag. 122) kan in de beide opname-
modi dan
– voor afzonderlijke opnamen naar de video-
(zie pag. 149) en de animatiefilm-functies
(zie pag. 151) worden omgeschakeld,
– voor de serie-opnamen de beeldfrequentie worden
gekozen (zie pag. 148).