Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fotograferen Met Handmatige Instelling Van Sluitertijd En Diafragma M; Kiezen Van De Belichting-Meetmethode; De Meting Van Meerdere Velden 3; Op Het Midden Geconcentreerde Meting 2 - Leica DIGILUX 2 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4. Druk de ontspanner voor de opname helemaal in.
Fotograferen met handmatige instelling van
sluitertijd en diafragma - M
Wanneer u bijv. bewust een speciaal beeldeffect wilt
bereiken dat alleen met een bepaalde belichting is te
realiseren, of wanneer u bij meerdere opnamen en
verschillende uitsneden een absoluut identieke belich-
ting wilt garanderen, kunt u de sluitertijd en het dia-
fragma handmatig instellen.
Met de LEICA DIGILUX 2 kunnen sluitertijden van 8 s
1
tot
/
s en diafragmawaarden van 2–11 in eenderde
2000
stappen worden ingesteld.
Voor de instelling van deze modus draait u
1. de diafragmaring van het objectief (1.9) op de
gewenste waarde en
2. de sluitertijdenknop (1.16) eveneens op de gewen-
ste waarde.
• In het zoeker-/monitorbeeld wordt deze modus
door M (2.1.1 d) aangeduid. Bovendien verschijnt –
wit – de handmatige instelling van sluitertijd
(2.1.18) en diafragma (2.1.20).
Het vervolg:
3. Richt de rechthoek (het autofocus-meetveld,
2.1.30/31) op uw motief en druk de ontspanner
(1.13) in tot het drukpunt.
• Bovendien verschijnt de lichtschaal (2.1.25),
waarop in een bereik van ± 2EV de gele marke-
1
ring tot op
/
EV nauwkeurig de afwijking van de
3
ingestelde waarden ten opzichte van de juiste
belichting aangeeft, resp. een afwijking van min-
stens 2 EV aangeeft als de markering zich bij de
driehoeken links en rechts bevindt.
4. Stem, indien nodig, sluitertijd en/of diafragma met
de lichtschaal en/of het staafdiagram (zie pag. 138)
op de gewenste belichting af.
5. Druk de ontspanner voor de opname helemaal in.

Kiezen van de belichting-meetmethode

De LEICA DIGILUX 2 biedt naar keuze 3 belichting-
meetmethoden. Ze komen tegemoet aan de heersen-
de lichtomstandigheden, de situatie, resp. uw werk-
wijze en uw vormgevende ideeën.
De meting van meerdere velden - 3
Bij deze meetmethode analyseert de camera zelfstan-
dig de helderheidsverschillen van het motief en
baseert zich door vergelijking met de geprogrammeer-
de helderheidsverdeling op de vermoedelijke situatie
van het hoofdmotief en de overeenkomende, beste
(compromis-) belichting.
Deze methode is, ook onder moeilijke omstandighe-
den, vooral geschikt voor spontaan, ongecompliceerd
en toch betrouwbaar fotograferen.
Op het midden geconcentreerde meting - 2
Deze meetmethode legt de meeste nadruk op het
midden van het beeldveld, maar registreert ook alle
andere gebieden.
Hiermee is – vooral in combinatie met het meet-
waardegeheugen (zie pag. 132) – doelgericht afstem-
men van de belichting op bepaalde motieven mogelijk,
terwijl gelijktijdig rekening wordt gehouden met het
gehele beeldveld.
Uitvoerige handleiding / De opnamefuncties / 137

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave