De indicaties
2.1.1 2.1.2
2.1.3
2.1.4 2.1.5
2. 1 .9
2. 1 . 1 1 2. 1 . 1 2 2. 1 . 1 3
2.1.37
2.1.36
2.1.34
2.1.31
2.1.30
2.1.29
2.1.28
2.1.27
2.1.26
2.1.25
2.1.23 2.1.22
2.1.21
2.1.20
2.1.19
106 / De indicaties
De functie-indicaties
2.1
In de opnamefunctie
2.1.6 2.1.8
2.1.1 Belichtingsprogramma
a
Programma-automaat
P
b
A
Tijdautomaat
c
T
Diafragma-automaat
d
Handmatige instelling van sluitertijd en
M
2.1.14
diafragma
2.1.15
e ü Video-opnamen
2.1.16
2.1.2 Flitsprogramma van het ingebouwde flitsapparaat
2.1.17
(rood knipperend als flitser niet paraat is, rood oplichtend
bij vasthouden drukpunt van de ontspanner en geactiveerd
flitsapparaat [niet in programma g], anders wit [geel in pro-
gramma f]; bij video-opnamen automatische omschakeling
naar programma g, alleen programma g met geplaatst
extern flitsapparaat)
a D automatische flitsinschakeling
2.1.18
b E automatische flitsinschakeling met
c K handmatige flitsinschakeling
d M handmatige flitsinschakeling met
e J automatische flitsinschakeling met
(niet met belichtingsprogramma
)
M
voorflits
(niet met belichtingsprogramma
M
, resp. syn-
chronisatie op het einde van de belichtingstijd)
voorflits
(niet met synchronisatie op het einde van de
belichtingstijd)
langere sluitertijden
(niet met belichtingsprogramma's T/M)
f P automatische flitsinschakeling met
voorflits en langere sluitertijden
(niet met belichtingsprogramma's T/M, resp.
synchronisatie op het einde van de belich-
tingstijd)
g I
flits uitgeschakeld en/of niet uitge-
klapt
2.1.3 Witbalans
(gaat uit bij omschakeling naar video-opnamen)
a geen indicatie: automatische instelling
b c
voor daglicht
c d voor bewolkte hemel
d e voor halogeenverlichting
e f
voor elektronenflitsers
g voor zwart/wit-opnamen
f
g h voor handmatige instelling
(b/c/d/e/g verschijnen rood, afhankelijk van
eventueel extra handmatige fijnafstemming
[voor warmere kleurweergave] of blauw [voor
koelere kleurweergave], anders wit)