Instellen van de stuurknuppelbezetting
• Schakel de zender in en roep het systeeminstelmenu op.
• Het bovenste menupunt „Sticks mode" is reeds door de cur-
sorpijl gemarkeerd.
• Druk kort op de toets „OK" om het menupunt te activeren.
Op het scherm wordt de huidig gebruikte stuurknuppelbezet-
ting weergegeven. De beide cirkels met de 90° verplaatste
lijnen stellen de beide stuurknuppels voor. Bovendien worden
de stuurfuncties weergegeven in overeenstemming met de
stuurknuppelbezetting.
• Door op de toetsen „UP" of „DOWN" te drukken kunt u nu de
gewenste stuurknuppelbezetting „Mode 1" tot „Mode 4" instel-
len.
• Houd de toets „CANCEL" langer ingedrukt om de instellingen
op te slaan. Op het scherm wordt aansluitend opnieuw het
systeeminstelmenu weergegeven.
• Druk op de toets „CANCEL" tot u opnieuw op de bedrijfsweer-
gave komt.
Let op:
Een wijziging van de stuurknuppelconfiguratie kan alleen gebeu-
ren wanneer de vliegaccu van de quadrocopter is ontkoppeld.
Als de quadrocopter in bedrijf mocht zijn, verschijnt een foutmel-
ding dat de ontvanger buiten bedrijf moet worden gesteld.
46
Afbeelding 36
Afbeelding 37