d) Basisinformatie voor de besturing van quadrocopters
Voordat u uw model voor het eerst laat opstijgen, dient u eerst de beschikbare besturingsmogelijkheden te leren
kennen om veilig met het model te kunnen vliegen.
De quadrocopter wordt met behulp van de twee stuurknuppels van de afstandsbediening bestuurd. Af fabriek zijn de
stuurfuncties van beide knuppels op „Mode 2" geprogrammeerd.
Als u een andere stuurknuppeltoewijzing wenst, kunt u deze op elk moment omstellen. Meer info over de stuurknup-
peltoewijzing vindt u in het hoofdstuk „Programmeren van de afstandsbedieningszender".
In de stuurknuppeltoewijzing „Mode 2" zijn de volgende functies beschikbaar:
Pitch-functie
Met behulp van de pitch functie wordt de vlieghoogte van de quadrocopter beïnvloed (zie afbeelding 18). De bedie-
ning gebeurt met de linker stuurknuppel (zie afbeelding 7, positie 16). In tegenstelling tot andere afstandsbedienings-
installaties, waar de stuurknuppel voor de pitch-functie naar voor en achter kan worden bewogen zonder dat hij altijd
opnieuw in de middelste stand terugveert, heeft de pitch-stuurknuppel bij de quadrocopter „Shadow" een middelste
stand waarin hij met behulp van veerkracht wordt gehouden.
Als de stuurknuppel voor de pitch-functie van de middelste stand naar boven beweegt, stijgt de quadrocopter. Als hij
van de middelste stand naar onder stuurt, daalt de quadrocopter.
Telkens wanneer de stuurknuppel terug in de middelste stand wordt bewogen, geeft de afstandsbediening een ge-
luidssignaal weer.
Als de stuurknuppel zich in de middelste positie bevindt, zijn de toerentallen van de propellers zo hoog zijn dat de
quadrocopter op gelijke hoogte zweeft.
Afbeelding 18
25