16.
Onderspanningswaarschuwing
De quadrocopter controleert tijdens het vliegen voortdurend de spanning van de vliegaccu. De huidige spannings-
waarde kan indien nodig op het scherm van de afstandsbediening worden afgelezen (zie bovenste afbeelding in
afbeelding 12). In elk geval wordt de spanningswaarde omwille van de gegevensoverdracht een beetje vertraagd
weergegeven.
Als de spanning onder de af fabriek ingestelde spanningswaarde daalt, knipperen de status-LED's op de quadrocop-
ter snel rood en voert de quadrocopter automatisch een landing uit. De afstandsbediening geeft daarbij voortdurend
geluidssignalen weer en op het scherm knippert een waarschuwingsmelding. Om de waarschuwingsmeldingen uit te
schakelen, moet na het uitschakelen van de quadrocopter, de zender opnieuw worden in- en uitgeschakeld.
Ook wanneer tijdens de zelfstandige landing de vliegrichting in zekere mate nog stuurbaar is, raden wij u
aan om de vliegtijd niet zo lang te rekken. Let op de spanningsaanduidingen aan de vliegaccu en op de
zender en land op tijd.
17.
Failsafe-functie
De Failsafe-functie beschermt de quadrocopter tegen neerstorten indien deze geen geldig afstandsbedieningssignaal
meer ontvangt. In de ondersteuningssoftware kan worden ingesteld hoe de quadrocopter zich bij het uitvallen van
het zendersignaal moet gedragen. Het automatische vliegcontrolesysteem in de quadrocopter kan hem dan ofwel ter
plaatse laten zweven of naar het startpunt laten terugvliegen en landen.
Deze failsafe-functie is echter alleen mogelijk wanneer er GPS-gegevens beschikbaar zijn. Anders kan de quadrocop-
ter alleen proberen de vliegtoestand te stabiliseren en de vlieghoogte aan te houden.
Meer informatie over de failsafe-functie vindt u in de ondersteuningssoftware.
40