• Verwijder de programmeerstekker en sluit beide stekkers van de quadrocopter opnieuw aan de ontvanger aan.
• Controleer de werking van de installatie.
De ontvanger moet nu opnieuw op de stuursignalen van de zender reageren. Als dit niet het geval is, her-
haalt u de koppelingsprocedure of controleert u de digitale codering van zender en ontvanger.
21.
Afstandsbediening programmeren
Uw afstandsbediening biedt u een systeem-instelmenu „System setup" en een functie-instelmenu „Functions setup"
met telkens andere menupunten. Zo hebt u de mogelijkheid om algemene instellingen uit te voeren of de functies op
de zender te controleren.
De wijzigingen van de respectievelijke instellingen gebeuren
met behulp van de vier programmertoetsen (zie ook afbeelding
7, pos. 8, 9, 13 en 14). De instellingen worden voortdurend
opgeslagen en blijven ook bij het vervangen van de batterijen
behouden.
De functies van de bedienelementen:
Toets „OK"
Om de programmeermenu's op te roepen, drukt u bij ingeschakelde zender kort op de toets „OK". De bedrijfsweerga-
ve op het scherm verandert naar de menuweergave en de zender gaat over naar de programmeermodus. Bovendien
kunnen met deze toets geselecteerde instellingen geactiveerd worden. Als de toets langer wordt ingedrukt, worden
de in de menupunten verklaarde fabrieksinstellingen opgeroepen.
Toets „CANCEL"
Met deze toets kan het huidig geselecteerde menu of submenu opnieuw worden verlaten. Bij elke korte druk op de
toets gaat u telkens één menustap terug tot u uiteindelijk opnieuw tot de gebruiksweergave komt. Als de toets langer
wordt ingedrukt, worden de gewijzigde instelwaarden opgeslagen.
Toetsen „UP" en „DOWN"
Met beide toetsen kan het gewenste menu/submenu worden geselecteerd of kunnen instelwaarden worden veran-
derd.
Bij elke toegelaten druk op de knop geeft de zender een korte pieptoon.
44
Afbeelding 34