b) Vliegaccu in de quadrocopter installeren
Om een voldoende goede satellietontvangst te garanderen moet u de quadrocopter in een open veld zetten, waar
er geen hoogspanningsleidingen, stroommasten, metalen constructies of andere hindernissen de GPS-ontvangst
kunnen storen.
Houd afsatnd van zenders en andere inrichtingen die een negatieve invloed kunnen hebben op de elektromagneti-
sche omstandigheden in uw omgeving.
Het vliegveld moet bovendien vrij zijn van hindernissen, zoals gebouwen of bomen om ongestoord vliegen te ga-
randeren.
Kies een dag met goed weer en minimale wind.
Voor u de vliegaccu in de quadrocopter gebruikt, controleert u de spanningstoestand. Druk daartoe kort op de aan-/
uitknop op de vliegaccu. Alle vier de LED's moeten twee seconden lang oplichten.
Schakel de afstandsbedieningszender in en controleer de correcte werking van de zender aan de hand van de scher-
mindicator. De trimindicatoren (zie afbeelding 10, pos. 5, 6, 8 en 10) moeten in de middelste stand staan. Als dit niet
het geval is, moet de trimming worden ingesteld (zie volgend hoofdstuk 11. g).
Draai de encoder „VRB" in de middelste stand of controleer de middelste stand van de regelaar.
Schuif nu de uitgeschakelde vliegaccu (zie afbeelding 16, pos. 1) met de laad-aansluitcontacten vooruit in de quadro-
copter. Druk licht op het geribbeld oppervlak van de accuvergrendeling (zie afbeelding 16, pos. 2) zodat de vergren-
delingsneus kan vastklikken en de vliegaccu veilig in de quadrocopter wordt gehouden.
Wanneer de vliegaccu in de quadrocopter is geschoven en correct vergrendeld, schakelt u de vliegaccu met de aan-/
uitknop (zie afbeelding 6, pos. 1) in zodat de quadrocopter van stroom wordt voorzien.
Afbeelding 16
De status-led's (zie afbeelding 16, pos. 3) lichten geel (rood en groen) op en de quadrocopter voert een zelftest uit.
Na korte tijd knipperen de naar beneden gericte led's in de zwenkbare armen op en de quadrocopter geet een kort
geluidssignaal weer.
De gimbal draait de camerahouder in de basispositie en de status-led's gaan kort uit en beginnen dan te knipperen.
De betekenis van de knipperimpulsen wordt vervolgens nog nauwkeuriger omschreven.
Bij een correcte koppeling tussen zender en ontvanger wordt de afstandsbediening van de spanningsverzorging van
de ontvanger (zie afbeelding 10, pos. 4) op het scherm weergegeven. Druk op de toetsen „UP" of „DOWN" op de
zender om meer informatie over de huidige ontvangst van de GPS-satellieten te verkrijgen.
23