Inhoudsopgave Pagina Inleiding ................................4 Verklaring van symbolen ............................4 Beoogd gebruik ..............................5 Leveringsomvang ..............................5 Productbeschrijving .............................6 Veiligheidsinstructies ............................7 a) Algemeen ..............................7 b) Netadapter ..............................8 c) Voor de ingebruikname ..........................8 d) Tijdens het gebruik ............................8 Voorschriften voor batterijen en accu´s ......................10 Quadrocopter voorbereiden ..........................11 a) Modules, aanwijzingen en onderdelen ......................
Pagina 3
Pagina 12. Overzicht van de vliegmodi ..........................33 a) „Manual-Mode“ ............................33 b) „GPS-Mode“ ..............................33 c) „IOC“-functie (Intelligente vliegoriëntering) ....................33 d) „CL-Mode“ ..............................34 e) „HL-Mode“ ..............................35 f) „POI-Mode“ ..............................35 13. Vliegmodi activeren ............................36 14. „Go-Home“-functie .............................37 15. „Following“-functie .............................39 16. Onderspanningswaarschuwing ..........................40 17.
Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product.
Beoogd gebruik Dit product is een elektrisch aangedreven model dat gelijkaardig is aan een modelhelikopter dat met behulp van het meegeleverde afstandsbedieningssysteem draadloos bestuurd kan worden. De quadrocopter is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik in de modelbouw en de bijbehorende gebruikstijden. Het product is voorzien voor gebruik in buiten.
Productbeschrijving De vliegklaar gebouwde quadrocopter beschikt over 4 afzonderlijk van elkaar aangestuurde motoren die telkens een eigen propeller aandrijven. Door het gelijktijdige versnellen van alle propellers kan de quadrocopter vanaf de bodem opstijgen en bij een overeenkomstig propellertoerental stabiel in de lucht zweven. Met behulp van de meegeleverde afstandsbediening kan de quadrocopter gericht naar de gewenste vlieghoogte en -richting worden gestuurd.
Veiligheidsinstructies Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt ieder recht op garantie. Wij zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Bij materiële schade of lichamelijke letsels die door niet-voorgeschreven gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften worden veroorzaakt, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt de waarborg/garantie.
b) Netdeel • De opbouw van de netadapter voldoet aan beschermingsklasse II. • Gebruik voor de spannings-/stroomverzorging van het netdeel uitsluitend een standaard contactdoos van het open- bare stroomnet. Gebruik hiervoor het meegeleverde netsnoer. • De contactdoos waarmee de aansluitkabel van het netdeel wordt verbonden, moet makkelijk toegankelijk zijn. • Trek de stekker van het netsnoer nooit aan de kabel uit het stopcontact. Naam altijd de stekker zelf vast en trek deze recht uit uit de contactdoos. • Bescherm het netdeel/netsnoer tegen vocht en schade. Wanneer het netdeel/netsnoer vochtig of nat is geworden of tekenen van schade vertoont, mag u het niet aanraken. Er bestaat levensgevaar door elektrische schok! Schakel eerst de netspanning naar de contactdoos aan alle polen, waaraan het netdeel/netsnoer is aanges- loten af (bijbehorende zekeringsautomaat uitschakelen of zekering eruit draaien, vervolgens de bijhorende aardlekschakelaar uitschakelen).
Pagina 9
• Zowel de motoren, de motorregelaar en de vliegaccu kunnen bij de werking heet worden. Pauzeer daarom 10 - 15 minuten vooraleer u de vliegaccu weer oplaadt of met een tweede reeds opgeladen vliegaccu opnieuw start. • Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Schakel na de landing altijd eerst de vliegaccu uit voor u de afstandsbediening uitschakelt. Verwijder daarna de vliegaccu uit de quadrocopter. • Schakel tijdens het gebruik nooit de zender uit zolang de quadrocopter nog is ingeschakeld. • Stel het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht of grote hitte.
Voorschriften voor batterijen en accu´s Het gebruik van batterijen en accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Neem altijd de volgende algemene informatie en veiligheidsvoorschriften in acht bij het gebruik van batteri- jen en accu´s.
Quadrocopter voorbereiden In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de afbeeldingen die er naast of midden in het hoofdstuk staan. Dwarsverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met de overeenkomstige figuur- nummers aangeduid. a) Modules, aanwijzingen en onderdelen Figuur A bij afbeelding 1 toont de quadrocopter van vooraf gezien. Figuur B bij afbeelding 1 toont de quadrocopter van achteraf gezien.
b) Montage van de propellers Er werden telkens 1 paar linksdraaiende propellers (1) en 1 paar rechtsdraaiende propellers (2) bij de quadrocopter meegeleverd. Belangrijk: Let bij de montage op de draairichting van de propel- lers. De propellers linksvoor en rechtsachter draaien van bovenaf gezien in de richting van de wijzers van de klok en de propellers rechtsvoor en linksachter draaien tegen de richting van de wijzers van de klok...
c) Gestabiliseerde camerahouder (2 D-gimbal) Aan de quadrocopter is reeds een rond twee assen gestabilise- erde camerahouder (gimbal) gemonteerd. Van zodra de vliega- ccu aan de quadrocopter wordt ingeschakeld, stelt de houder zich automatisch af en compenseert tijdens het vliegen automa- tisch optredende nick- en rollbewegingen van de quadrocopter.
d) Vliegaccu opladen De 3-cellige vliegaccu wordt met behulp van het meegeleverde netdeel (1) opgeladen. Klap daartoe het deksel van de laadad- apter (2) open zodat beide grote laadcontacten (3) te zien zijn. Sluit de vliegaccu (4) in overeenstemming met beide middelste deksels in afbeelding 5 aan de laadadapter aan.
e) Acculaadtoestand controleren De huidige laadtoestand van de vliegaccu kan op elk moment op een eenvoudige manier worden gecontroleerd. Druk daartoe kort op de aan-/uitknop (1) op de vliegaccu. Ge- durende ca. twee seconden geven de vier LED‘s van de huidige laadtoestand van de vliegaccu weer.
Pagina 17
Voorkant (afbeelding 7): 1 Zenderantenne 2 Handvat met geïntegreerde tweede zenderantenne 3 Encoder „VRB“ 4 Kantelschakelaar „GPS“ 5 Trimtoetsen voor de nick-functie 6 Stuurknuppel voor nick en roll functie 7 Trimtoetsen voor de roll-functie 8 Toets „OK“ 9 Toets „CANCEL“ 10 Aan-/uitschakelaar 11 LCD-scherm 12 Toets „BIND/AUTO FOLLOW“...
Ingebruikneming van de zender a) Batterijen plaatsen Voor de stroomvoorziening van de zender zijn 4 alkalinebatterijen (b.v. Conrad bestelnr. 652507, 4 stuks per verpak- king, 1x bestellen) van het formaat AA/Mignon nodig. Om de batterijen te plaatsen gaat u als volgt te werk: Het batterijdeksel (1) bevindt zich aan de achterkant van de zen- der.
Pagina 19
Het bedrijfsscherm bestaat uit de volgende elementen: 1 Modelnaam 2 Modeltypegrafiek 3 Batterijsymbool voor zender-spanningsverzor- ging 4 Batterijsymbool voor ontvanger-spanningsver- zorging 5 Nick-trimmingsindicator 6 Roll-trimmingsindicator 7 Infobereik voor statusmeldingen 8 Gier-trimmingsindicator Afbeelding 10 9 Verwijderingsindicator in de „Following-Mode“ 10 Pitch-trimmingsindicator 11 Indicatielampje voor GPS-ontvangst van de zender* * Het indicatielampje verschijnt alleen wanneer de GPS-ontvanger aan de zender werd aangesloten.
Pagina 20
Het in afbeelding 10 getoonde bedrijfsindicatielampje verschijnt alleen volledig wanneer de ontvangerinstallatieof de quadrocop- ter in bedrijf is. Door op de toets „UP“ of „DOWN“ te drukken kunnen twee bijko- mende weergavevensters afwisselend worden opgeroepen. In het eerste venster wordt de volgende informatie weergege- ven: • Vlieghoogte „Altitud“ • Spanning van de vliegaccu „Voltage“ • Aantal ontvangen satellieten „Satelli“ • Vliegsnelheid „Speed“...
c) Instellen van de stuurknuppellengte Al naar stuurgewoonten bestaat de mogelijkheid, de lengte van de knuppels individueel in te stellen. Houd daarvoor het onderste deel van de greep (1) vast en draai het bovenste deel (2) tegen de richting van de wijzers van de klok in naar boven.
Ingebruikname van de quadrocopter Voor u de quadrocopter voor het eerst start, leest u dit hoofdstuk zorgvuldig. Alleen wanneer u absoluut zeker bent dat alle instellingen correct werden uitgevoerd, mag u de motoren starten en de quadrocopter laten opstijgen. Anders neemt u contact op met een ervaren modelvliegpiloot die u bij de eerste ingebruikname kan helpen. Wij raden u aan om een vliegsimulator te gebruiken waar u de eerste vliegtaken zonder gevaar kunt trai- nen.
b) Vliegaccu in de quadrocopter installeren Om een voldoende goede satellietontvangst te garanderen moet u de quadrocopter in een open veld zetten, waar er geen hoogspanningsleidingen, stroommasten, metalen constructies of andere hindernissen de GPS-ontvangst kunnen storen. Houd afsatnd van zenders en andere inrichtingen die een negatieve invloed kunnen hebben op de elektromagneti- sche omstandigheden in uw omgeving.
c) Kompas kalibreren De quadrocopter beschikt over een kompas met behulp waar- van hij de vliegrichting en -hoogte kan controleren. Voor de quadrocopter kan worden gestart, moet het kompas worden gekalibreerd. Wij raden u aan om voor elke vlucht te kalibreren.
d) Basisinformatie voor de besturing van quadrocopters Voordat u uw model voor het eerst laat opstijgen, dient u eerst de beschikbare besturingsmogelijkheden te leren kennen om veilig met het model te kunnen vliegen. De quadrocopter wordt met behulp van de twee stuurknuppels van de afstandsbediening bestuurd. Af fabriek zijn de stuurfuncties van beide knuppels op „Mode 2“...
Gier-functie Door de twee rechtopstaande en de twee linksdraaiende propellers zijn de draaimomenten die op het model inwer- ken, gescynchroniseerd en zweeft de quadrocopter stabiel in de lucht. Als de stuurknuppel voor de gier-functie (zie ook afbeelding 7, pos. 16) naar links beweegt, verhoogt de elektronica in het model het toerental van de naar rechts (in de richting van de wijzers van de klok) draaiende propellers en vermindert tegelijk het toerental van de naar links (tegen de richting van de wijzers van de klok) draaiende propellers.
Roll-functie Met behulp van de roll-functie kunt u de quadrocopter zijwaarts naar links en rechts bewegen (zie afbeelding 20). De bediening gebeurt met de rechter stuurknuppel (zie afbeelding 7, positie 6). Als de knuppel een klein beetje naar links wordt gestuurd, worden de propellertoerentallen door de elektronica in de quadrocopter zo veranderd dat het model lichtjes naar links overhelt en zo ook naar links vliegt.
Nick-functie Met behulp van de nick-functie kunt u de quadrocopter naar voren en achteren bewegen (zie afbeelding 21). De bediening gebeurt eveneens met de rechter stuurknuppel (zie ook afbeelding 7, pos. 6). Als de knuppel een klein beetje naar voor wordt gestuurd, worden de propellertoerentallen door de elektronica in de quadrocopter zo veranderd dat het model lichtjes naar voor overhelt en zo ook voorwaarts vliegt.
e) Instellen van de kantelschakelaar Voor u het model voor het eerst laat opstijgen, controleert u de schakelaarstanden van de drie kantelschakelaar „IOC“ (zie ook afbeelding 7, pos. 18), „GO-HOME“ (zie afbeelding 7, pos. 19) en „GPS“ (zie ook afbeelding 7, pos. 4). De schakelaars moeten in overeenstemming met de tekening in afbeelding 22 zich in de voorste of bovenste positie bevinden.
f) Quadrocopter starten • Ga achter de quadrocopter staan. • De quadrocopter moet met de spanningsindicator van de vliegaccu (vier LED‘s) naar u toe wijzen. • Controleer de spanningsindicator van de vliegaccu en de afstandsbedieningszender en de stand van de kantelsch- akelaar (positie voor/boven). • Wacht tot de quadrocopter meer dan zes GPS-satellieten ontvangt en het startpunt heeft opgeslagen. De status- led‘s knipperen dan ca. elke 5 seconden groen. De Quadrocopter is nu startklaar. • Beweeg de linker stuurknuppel naar rechtsbeneden en tege- lijk de rechter stuurknuppel naar linksbeneden (zie afbeelding 23). • Van zodra de motren aanlopen, voert u beide stuurknuppels onmiddellijk terug naar de middelste stand.
Let op! Houd tijdens het vliegen altijd de 4 LED‘s van de spanningsaanduiding van de vliegaccu in het oog. Naar- gelang de vliegduur toeneemt begint eerst LED 4 te knipperen om dan later uit te doven. Dit wordt ook bij LED 3 en LED 2 herhaald.
h) Overzicht van de knipperindicatielampjes in de status-LED Na het inschakelen van de zender en de in de quadrocopter ingebouwde vliegaccu voert de quadrocopter een zelf- test uit die o.m. ook de koppeling met de zender controleert. Tijdens deze periode lichten de status-LED‘s geel* op. Beweeg de quadrocopter in deze periode niet.
Overzicht van de vliegmodi De quadrocopter beschikt over verschillende vliegmodi die via kantelschakelaars kunnen worden geactiveerd. a) „Manual-Mode“ De „Manual-Mode“ is geschikt voor indoor-sessies waarbij het bouwtechnisch niet mogelijk is om een GPS-signaal te ontvangen. De quadrocopter kan in alle richtingen worden gestuurd, maar er is geen automatische correctie van de vliegpositie aangezien de quadrocopter geen GPS-informatie heeft.
Wanneer de „IOC“-functie werd geactiveerd, hebben de bewegingsrichtingen van de quadrocopter niet meer op zijn bouwvorm betrekking. De bewegingsrichting van de quadrocopter verandert telkens naargelang de module die in de „IOC“-functie werd opgeroepen. Belangrijk! Voor de „IOC“-functie is een gelijktijdige ontvangst van meer dan 6 GPS-satellieten nodig en de quadrocop- ter moet meer dan 5 m van de startzijde verwijderd zijn. Dan zijn er in totaal drie modi beschikbaar: • „CL-Mode“ (= „Course Lock“) • „HL-Mode“ (= „Home Point Lock“) • „POI-Mode“ (= „Point Of Interest“)
e) „HL-Mode“ In de „HL-Mode“ (= „Home Point-Lock“) heeft de bewegingsrichting van de quadrocopter altijd betrekking op de lijn vanaf het startpunt (HP), in de onmiddellijke omgeving waarvan de piloot zich bevindt, en de quadrocopter. Onafhan- kelijk van de richting waarin de voorzijde van de quadrocopter is gericht, zal hij vanuit het standpunt van de piloot altijd in de richting vliegen waarnaar hij vanaf de zender wordt gestuurd.
Vliegmodi activeren De „IOC“-functie wordt met de schakelaar „IOC“ geactiveerd en gedeactiveerd of wordt de respectievelijke vlieg- modus omgeschakeld. De schakelaar kan indien nodig met 3 combinatiemogelijkheden worden geconfigureerd. Af fabriek werd de schakelaar „IOC“ in overeenstemming met combinatie C in de volgende tabel geconfigureerd. Schakelaar „IOC“ Schakelaarstand Schakelstand Schakelaarstand voor/boven midden achter/beneden Combinatie A „IOC“ uit „CL-Mode“ „HL-Mode“ Combinatie B „IOC“ uit „CL-Mode“ „POI-Mode“ Combinatie C „IOC“...
„POI-Mode“ De modus is uitsluitend beschikbaar wanneer de schakelaar „IOC“ naar combinatie B of C werd omgeprogram- meerd. Het „Point Of Interest“ opslaan is uitsluitend manueel mogelijk. Voorwaarde is de ontvangst van meer dan 6 satellieten over een periode van minstens 10 seconden. Om het „Point Of Interest“...
Pagina 38
Wanneer hij zich boven de opgeslagen startplaats bevindt, zal hij de vlieghoogte snel tot op 5 m verlagen, dan 3 - 5 seconden zweven en vervolgens de overblijvende vlieghoogte tot aan de landing langzaam verminderen. Afbeelding 30 Waarschuwing! De „Go Home“-functie wordt automatisch geactiveerd wanneer de quadrocopter geen geldig afstandsbedie- ningssignaal meer herkent. Met behulp van de hulpsoftware die in de Conrad Shop als gratis download bij het product beschikbaar is, kan worden ingesteld of de quadrocopter de „Go Home“-functie moet uitvoeren of ter plaatse zweven wanneer de zender uitvalt.
„Following“-functie Opdat de quadrocopter de afstandsbediening kan volgen, is het nodig dat de zender eveneens met een GPS-ontvanger (zie afbeelding 31, pos. 1) is uitgerust. De montage van de GPS- ontvanger aan de afstandsbediening vindt u in de onderste fi- guur in afbeelding 31. De aansluitstekker (zie afbeelding 31, pos. 2) van de GPS- ontvanger wordt aan de achterzijde van de afstandsbediening aangesloten.
Onderspanningswaarschuwing De quadrocopter controleert tijdens het vliegen voortdurend de spanning van de vliegaccu. De huidige spannings- waarde kan indien nodig op het scherm van de afstandsbediening worden afgelezen (zie bovenste afbeelding in afbeelding 12). In elk geval wordt de spanningswaarde omwille van de gegevensoverdracht een beetje vertraagd weergegeven.
Vliegruimbegrenzing en vliegverbodszones De quadrocopter beschikt over een verwijderingsafstands- en hoogtebegrenzing die met behulp van de ondersteu- ningssoftware afzonderlijk kan worden ingesteld. Af fabriek is een max. vlieghoogte van 120 m en een max. afstand van 300 m ingesteld. Als de verwijderingsgrens met meer dan 10 m wordt overschreden, keert de quadrocopter automatisch terug naar het startpunt terug.
Gimbalsturing De rond twee assen gestabiliseerde camerahouder (Gimbal) comenseert de nick- en rollbewegingen van de quadro- copter en zorgt zo voor een rustig camerabeeld. Bovendien kan de camera vanuit de horizontale stand verticaal 45° naar boven en 135° naar beneden worden ge- draaid.
Binding-functie De zender en ontvanger in de quadrocopter zijn in regel al in de fabriek op elkaar afgestemd of met elkaar verbon- den en kunnen meteen gebruikt worden. Een vernieuwing van de binding is slechts nodig na het vervangen van de ontvanger in het model of bij het vervangen van de zender of verhelpen van een defect, wanneer vb.
• Verwijder de programmeerstekker en sluit beide stekkers van de quadrocopter opnieuw aan de ontvanger aan. • Controleer de werking van de installatie. De ontvanger moet nu opnieuw op de stuursignalen van de zender reageren. Als dit niet het geval is, her- haalt u de koppelingsprocedure of controleert u de digitale codering van zender en ontvanger. Afstandsbediening programmeren Uw afstandsbediening biedt u een systeem-instelmenu „System setup“ en een functie-instelmenu „Functions setup“ met telkens andere menupunten.
Het systeeminstelmenu „System setup“ In het systeeminstelmenu worden eerst de basisinstellingen van de afstandsbediening ingesteld. Om in het systeeminstelmenu te komen drukt u op de toets „OK“ terwijl de zender ingeschakeld is. De bedrijfsweergave op het scherm verandert naar de menuweergave. Het selectievenster rond het afstandsbedieningssymbool toont u dat u bij deze in- stelling het systeeminstelmenu „System setup“...
Pagina 46
Instellen van de stuurknuppelbezetting • Schakel de zender in en roep het systeeminstelmenu op. • Het bovenste menupunt „Sticks mode“ is reeds door de cur- sorpijl gemarkeerd. • Druk kort op de toets „OK“ om het menupunt te activeren. Op het scherm wordt de huidig gebruikte stuurknuppelbezet- ting weergegeven. De beide cirkels met de 90° verplaatste lijnen stellen de beide stuurknuppels voor. Bovendien worden de stuurfuncties weergegeven in overeenstemming met de stuurknuppelbezetting.
b) Schermhelderheid „LCD brightness“ Om op elk moment een optimaal afleesbaar scherm te hebben, kunt u de helderheidswaarde afzonderlijk instellen. Instellen van de helderheidswaarde • Schakel de zender in en roep het systeeminstelmenu op. • Beweeg met behulp van beide toetsen „UP“ of „DOWN“ de cursorpijl naar het menupunt „LCD brightness“. • Druk kort op de toets „OK“ om het menupunt te activeren. Op het scherm wordt de huidige ingestelde helderheidswaar- de met een cijferwaarde en balkenaanduiding weergegeven. Om de helderheidsinstelling beter te kunnen beoordelen wordt de quadrocopter als modelsymbool in de onderste scherm- rand mee afgebeeld.
c) Zendersoftwareversie „Firmware ver.“ Indien nodig kunt u het versienummer en de datum van de zendersoftware weergeven. U kunt zo onmiddellijk herken- nen of er voor de zender nieuwere software beschikbaar is, die kan worden afgespeeld (zie volgend menupunt). Zendersoftwareversie weergeven • Schakel de zender in en roep het systeeminstelmenu op.
d) Zendersoftwareversie update „Firmware update“ Om een nieuwere versie van de zendersoftware naar de afstandsbediening te kunnen overzetten, moet de zender met behulp van een USB-interfacekabel met een pc of notebook worden verbonden. Opdat de gegevens naar de afstandsbediening kunnen worden ontvangen, moet de zender in de update-modus worden gezet. Tijdens dit proces mag er geen bij de zender horende ontvanger zijn ingeschakeld.
e) Fabrieksinstellingen herstellen „Factory reset“ Met behulp van deze functie heeft u de mogelijkheid alle gegevens van de afstandsbediening met slechts een com- mando naar de fabrieksinstellingen terug te zetten. Waarschuwing! Als u deze functie oproept, worden alle voordien ingevoerde instellingen gewist! De afstandsbediening wordt opnieuw in de leveringstoestand gebracht en alle individuele gegevens moeten opnieuw worden ingevoerd.
Het functie-instelmenu „Functions setup“ In het functie-instelmenu hebt u de mogelijkheid op de schakel- en stuurfuncties te controleren en de grondtrimming in te stellen. Om in het fucntie-instelmenu te komen drukt u op de toets „OK“ en houdt u hem ingedrukt terwijl de zender ingeschakeld is. De bedrijfsweergave op het scherm verandert naar de menuweer- gave.
a) Stuurgevertest „Display“ In dit menu kunt u de stuursignalen van alle 10 de kanalen grafisch laten weergeven. Als u de stuurknuppel, scha- kelaar of encoder activeert, kunt u de verandering van de stuurwaarde in het balkendiagram tegelijk controleren. Zo kunt u onmiddellijk herkennen of vb. een schakelaar of potentiometer aan de afstandsbediening defect is. Stuurgever testen • Schakel de zender in en roep het functie-instelmenu op. • Het bovenste menupunt „Display“ wordt door de cursorpijl reeds aangeduid.
b) Grondtrimming „Subtrim“ Zoals reeds bij het intrimmen van de quadrocopter aangesproken, kan het in de manuele modus („GPS“ uit) gebeuren dat de quadrocopter in een bepaalde richting vliegt hoewel beide stuurknuppels zich in de middelste stand bevinden. Met behulp van de vier trimtoetsen (zie afbeelding 7, pos. 5, 7, 15 en 17) kan de quadrocopter zo worden getrimd dat hij opnieuw een stabiel zweeft wanneer de stuurknuppel niet wordt gestuurd.
Onderhoud en verzorging De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen uitsluitend met een zachte, droge doek of borstel wor- den gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat hierdoor het oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden. De propellers moeten soepel kunnen bewegen, maar mogen geen speling in de lagering vertonen.
Verhelpen van storingen Het model en het afstandsbedieningssysteem werden volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op te lossen. Probleem Hulp De zender reageert niet.
Quadrocopter kan niet in de „IOC-Mode“ • Controleer de schakelaar „IOC“ en „GPS“ in het afstandsbedie- worden geschakeld. ningsmenu „Display“. • Quadrocopter wordt niet in de „GPS-Mode“ bediend. • Quadrocopter ontvangt niet tenminste 7 (of meer) GPS-satellieten. Quadrocopter voert de „Coming Home“- • Quadrocopter wordt niet in de „GPS-Mode“ bediend. functie niet uit. • Controleer de schakelaar „Go-Home“ in het afstandsbedieningsme- nu „Display“. • Quadrocopter ontvangt niet tenminste 7 (of meer) GPS-satellieten. Verklaring van overeenstemming (DOC) Hiermee verklaart de fabrikant dat dit product in overeenstemming is met de geldende richtlijnen en andere relevante voorschriften van richtlijn 1999/5/EG.
Pagina 57
Quadrocopter: Stroomvoorziening ........3-cellige LiPo-accu (nominale spanning 11,1 V) Afmetingen ...........350 x 350 x 220 mm (L x B x H) Rotorasafstand ........425 mm (diagonaal) Propellerafmetingen ......254 x 97 mm (10“ x 3,8“) Vlieggewicht incl. accu ......1500 g Max. draaihoek ........200°/s Max.