f) Quadrocopter starten
• Ga achter de quadrocopter staan.
• De quadrocopter moet met de spanningsindicator van de vliegaccu (vier LED's) naar u toe wijzen.
• Controleer de spanningsindicator van de vliegaccu en de afstandsbedieningszender en de stand van de kantelsch-
akelaar (positie voor/boven).
• Wacht tot de quadrocopter meer dan zes GPS-satellieten ontvangt en het startpunt heeft opgeslagen. De status-
led's knipperen dan ca. elke 5 seconden groen. De Quadrocopter is nu startklaar.
• Beweeg de linker stuurknuppel naar rechtsbeneden en tege-
lijk de rechter stuurknuppel naar linksbeneden (zie afbeelding
23).
• Van zodra de motren aanlopen, voert u beide stuurknuppels
onmiddellijk terug naar de middelste stand.
• De naar beneden gerichte led's van de voorste zwenkbare ar-
men lichten wit op en de naar beneden gerichte LED's van de
achterste zwenkbare armen lichten rood op.
Belangrijk!
Voer de gemeenschappelijke beweging van beide
stuurknuppels om de motoren te starten nooit uit wan-
neer de quadrocopter zweeft of met lopende motor op
de grond staat. De quadrocopter zou met stilstaande
propellers neerstorten of op de grond naar beneden
kantelen en schade oplopen.
• Schuif de stuurknuppel voor de pitch-functie langzaam naar voor. De quadrocopter verhoogt het propellertoerental
en stijgt op.
• Wanneer u de stuurknupperl terug naar de middelste stand brengt, zweeft de quadrocopter op gelijke hoogte.
Belangrijk!
Stuur de stuurknuppel voor de pitch-functie niet te sterk uit aangezien de quadrocopter anders zeer snel
naar boven stijgt of te snel hoogte verliest.
Probeer ook nooit om de vliegende quadrocopter met de hand vast te nemen. Er bestaat een groot verwon-
dingsgevaar.
• Voer op een hoogte van 1 - 2 m. de eerste voorzichtige richtingssturingen uit en let op hoe de quadrocopter op de
stuurbevelen reageert.
• Om de quadrocopter opnieuw te landen, trekt u de stuurknuppel voor de „pitch"-functie uit de middelste stand een
beetje naar achter zodat de quadrocopter de vlieghoogte langzaam vermindert en landt.
• Wanneer de quadrocopter is gestart, trekt u de stuurknuppel voor de „pitch"-functie helemaal naar u toe en houdt
u hem in deze positie. Wanneer de motoren uitgeschakeld werden en de propellers niet meer draaien, brengt u de
stuurknuppel in de middelste stand terug.
30
Afbeelding 23