e) „HL-Mode"
In de „HL-Mode" (= „Home Point-Lock") heeft de bewegingsrichting van de quadrocopter altijd betrekking op de lijn
vanaf het startpunt (HP), in de onmiddellijke omgeving waarvan de piloot zich bevindt, en de quadrocopter. Onafhan-
kelijk van de richting waarin de voorzijde van de quadrocopter is gericht, zal hij vanuit het standpunt van de piloot
altijd in de richting vliegen waarnaar hij vanaf de zender wordt gestuurd. Deze modus heeft een veiligheidsafstand
van tenminste 5 m t.o.v. het startpunt waarbinnen de „HL-Mode" niet kan worden geactiveerd of die de quadrocopter
bij het vliegen automatisch aanhoudt.
f) „POI-Mode"
In de „POI-Mode" (= „Point of Interest") heeft de bewegingsrichting van de quadrocopter betrekking tot een vrij te
kiezen punt in het terrein waarnaar de quadrocopter met de voorzijde is gericht. Met de sturing naar rechts en links
kan men kiezen in welke richting en hoe snel de quadrocopter het punt op het terrein omcirkelt. Met de sturing naar
voor (dichter bij het „POI") en achter (verder weg van het „POI") kan men de radius van de vliegbaan en het terreinpunt
beïnvloeden. De mogelijke radius rond het „POI" bedraagt 5 - 500 m.
Afbeelding 27
Afbeelding 28
35