11.
Ingebruikname van de quadrocopter
Voor u de quadrocopter voor het eerst start, leest u dit hoofdstuk zorgvuldig. Alleen wanneer u absoluut
zeker bent dat alle instellingen correct werden uitgevoerd, mag u de motoren starten en de quadrocopter
laten opstijgen.
Anders neemt u contact op met een ervaren modelvliegpiloot die u bij de eerste ingebruikname kan helpen.
Wij raden u aan om een vliegsimulator te gebruiken waar u de eerste vliegtaken zonder gevaar kunt trai-
nen.
a) In-/uitschakelfunctie van de vliegaccu controleren
Voor u de vliegaccu in de quadrocopter wilt gebruiken, moet u de aan-/uitschakelfunctie van de elektronica in de
vliegaccu controleren.
Inschakelen
Om de vliegaccu in te schakelen, drukt u kort op de aan-/uitknop
(1) op de vliegacccu en laat u deze onmiddellijk opnieuw los. Bij
een volledig opgeladen vliegaccu lichten de vier LED's van de
vliegaccu op.
Druk nu opnieuw op de aan-/uitknop (1) en houd deze ingedrukt.
De vier LED's doven uit en beginnen na elkaar (LED 1 tot LED
4) opnieuw op te lichten.
Wanneer alle vier de LED's oplichten, laat u de knop opnieuw
los. De vliegaccu is nu ingeschakeld en de spanning is nu aan
de accucontacten verbonden.
Uitschakelen
Druk bij een ingeschakelde vliegaccu kort op de aan-/uitknop (1)
op de vliegacccu en laat deze onmiddellijk opnieuw los. De vier
LED's van de vliegaccu beginnen drie maal te knipperen.
Tijdens deze periode drukt u opnieuw op de aan-/uitknop (1) en
houdt u deze ingedrukt. De vier LED's lichten op en doven na
elkaar (LED 4 tot LED 1) uit.
Wanneer LED 1 ook uitgedoofd is, laat u de knop opnieuw los.
De vliegaccu is nu uitgeschakeld en de accucontacten zijn vrij
van spanning.
22
Afbeelding 14
Afbeelding 15