Inhoudsopgave
Advertenties
!
38
7 Zorg dat de koppeling recht op de as zit en draai de stelschroeven (1900) kruiselings
aan. Zet de schroeven vast met het voorgeschreven aanhaalmoment, zie paragraaf
10.2 "Aanhaalmomenten".
8 Zorg ervoor dat de pasranden goed schoon zijn en plaats de buitenrotor (1210) op
de rotorkoppeling. Monteer de cilinderkopschroeven (2815) en draai deze kruiselings
vast met het voorgeschreven moment, zie paragraaf 10.2 "Aanhaalmomenten".
9 Geleid het lantaarnstuk (0250) voorzichtig over de buitenrotor en plaats het op de
motorflens. De buitenzijde van de buitenrotor geleid hierbij de bronzen ring (0255)
aan de binnenzijde van het lantaarnstuk. De strip met de hijsgaten van het
lantaarnstuk moet op 180 graden ten opzichte van de eventuele motorvoeten zitten.
Monteer bouten (0950) met moeren (0900) en draai deze kruiselings aan.
10 Meet ter controle de maat X1 dan wel X2 op (zie figuur 8) tussen het einde van de
buitenrotor en het pasvlak van het lantaarnstuk en vergelijk deze met de betreffende
maat uit de onderstaande tabel.
Tabel 3: Instellingen voor X1 en X2.
Magneetlengte
MAG 75-2
MAG 75-4
MAG 75-6
MAG 110-2
MAG 110-4
MAG 110-6
MAG 135-4
MAG 135-6
MAG 135-8
X1
Figuur 8:
Instellingen X1 of X2.
11 Draai de buitenrotor enige slagen rond en controleer de slingering. Deze mag niet
meer bedragen dan 0,3 mm. Indien de gemeten slingering te groot is draai dan met
een lange imbussleutel de stelschroeven (1900) los en zet deze vervolgens weer
kruiselings vast.
De magneetkrachten kunnen het gereedschap tegen de magneten aan
trekken. Doe wat golfkarton in de opening van de buitenrotor, of omwikkel het
gereedschap met een lap, om mogelijke beschadigingen aan de magneten te
voorkomen.
Demontage en montage
X1
15
33
13
9
4697
X2
5
25
7
11
31
X2
CMB/NL (1707) 3.7
Advertenties
Inhoudsopgave
