2. AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Dit product is als "deelmachine" op de markt gebracht en mag daarom
niet in bedrijf worden gesteld zolang de machine, waarin deze
deelmachine wordt ingebouwd, niet door de constructeur in over-
eenstemming met de Machinerichtlijn 2006/42/EC wordt verklaard.
!
Een foutieve installatie en/of een foutief gebruik van het product kan ernstige
lichamelijke letsels veroorzaken. Lees de instructies vooraleer activiteiten
op het product uit te voeren en neem ze in acht. Bewaar de instructies om
ze later te kunnen raadplegen.
Voer het installeren en de andere activiteiten uit volgens de sequenties in
de instructiehandleiding.
Respecteer altijd alle voorschriften in de instructies en in de tabellen met
waarschuwingen aan het begin van de paragrafen. Respecteer altijd de
aanbevelingen voor de veiligheid.
De installateur en/of de onderhoudstechnicus zijn de enigen die op de
componenten van de automatisering interventies mogen uitvoeren. Voer
geen wijzigingen aan de oorspronkelijke componenten uit.
Baken de werf af waar gewerkt wordt (ook als dit maar tijdelijk is) en verbied
de toegang/passage. Voor landen van de EU moet de norm worden nage-
leefd die de Europese richtlijn inzake bouwplaatsen 92/57/EC in uitvoering
brengt.
De installateur is verantwoordelijk voor het installeren/testen van de
automatisering en het opstellen van het register van het systeem.
De installateur moet aantonen of verklaren dat hij technisch-profes-
sioneel bekwaam is om het installeren, testen en onderhoud uit te
voeren volgens de voorschriften in deze instructies.
2.1 VEILIGHEID VAN DE INSTALLATEUR
Het installeren vereist bepaalde bijzondere werkcondities om risico's
voor ongevallen en ernstige schade tot een minimum te beper-
ken. Bovendien moeten de nodige voorzorgen worden genomen
om risico's voor lichamelijke letsels of materiële schade te voorkomen.
!
De installateur moet in goede psychisch-lichamelijke condities verkeren, en
bewust en verantwoordelijk zijn voor de gevaren die kunnen ontstaan tijdens
het gebruik van het product.
De werkzone moet netjes worden gehouden en mag niet onbewaakt worden
achtergelaten.
Draag geen kledij of accessoires (sjaals, armbanden...) die in de bewegende
onderdelen kunnen blijven haperen.
Draag altijd de persoonlijke beschermingsmiddelen die voor het uit te voeren
type activiteit aangegeven zijn.
Op de werkplaats is een verlichtingsniveau van minstens 200 lux vereist.
Gebruik machines en gereedschappen met EG-keurmerk, in naleving van
de instructies van de fabrikant. Gebruik werkinstrumenten die in goede
staat zijn.
Gebruik de transportmiddelen en hefwerktuigen die in de handleiding met
instructies zijn aanbevolen.
Gebruik verplaatsbare trappen die met de veiligheidsnorm in overeenstem-
ming zijn en geschikte afmetingen hebben, uitgerust met antislipvoorzie-
ningen op de onderste en bovenste uiteinden en voorzien van haken om
vast te zetten.
844 E R
2.2 TRANSPORT EN OPSLAG
!
Volg de aanwijzingen op de verpakking
4 Symbolen: signaleringen op de verpakking.
Voorzichtig hanteren. Aanwezigheid van kwetsbare delen.
Aanduiding boven.
Tegen vocht en water beschermen.
3
Maximaal aantal verpakkingen dat op elkaar mag worden gestapeld.
CE-markering.
LEVERING OP PALLET
RISICO'S
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
!
AFZONDERLIJKE VERPAKKING
RISICO'S
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
!
Houd u tijdens de verplaatsing aan de aanwijzingen
op de verpakking.
Zorg bij handmatige hefwerkzaamheden voor één
persoon voor elke te heffen 20 kg.
OPSLAG
Bewaar het product in haar eigen, oorspronkelijke verpakking in
een gesloten omgeving, beschut tegen zonlicht, op een plaats waar
er geen stof of agressieve stoffen aanwezig zijn. Tegen mechani-
sche belastingen beschermen. Wanneer de machine meer dan 3
maanden wordt opgeslagen, moet u regelmatig de condities van de
componenten en van de verpakking controleren.
- Opslagtemperatuur tussen 5 °C en 30 °C.
- Vochtigheidspercentage: tussen 30% en 70%.
4
Houd u tijdens de verplaatsing aan de aan-
wijzingen op de verpakking.
Gebruik een heftruck of transpallet en leef
de veiligheidsvoorschriften na om risico's op
botsen/stoten te voorkomen.
532243 - Rev.B