KAART RADIO ONTVANGER/DECODER
!
Koppel altijd eerst de spanning van de kaart los alvorens de ontvanger/
decoderingskaart te plaatsen of weg te nemen.
Installeer een radio-ontvangstkaart of een decoderingskaart FAAC met 5
pinnen, die qua frequentie en coderingstechnologie compatibel zijn met
de gebruikte FAAC afstandsbedieningen:
- een eenkanaalssysteem activeert alleen het radiocommando OPEN A
- een tweekanaalssysteem activeert de radiocommando' s OPEN A en OPEN B/
CLOSE (afhankelijk van de geprogrammeerde functioneringslogica)
Plaats de radio-ontvangstkaart of de decoderingskaart in de con-
nector met snelkoppeling J2. De connector is gepolariseerd, neem
dus de correcte plaatsingsrichting in acht (39).
AARDING VAN DE REDUCTIEMOTOR
F
Koppel de spanning van het systeem los, alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
1. Krimp op de kabelschoen (geleverd bij de schroeven en bouten)
de aardingsdraad van de netvoedingskabel en een gelijke kabel
met een lengte van ongeveer 20 cm (40).
2. Bevestig de kabelschoen op de aardingsaansluiting van de reduc-
tiemotor met de moeren en ring die bij de schroeven en bouten
geleverd worden.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de aardingsklem
van de kaart.
VOEDINGSKABEL
F
Koppel de spanning van het systeem los, alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
Sluit de fase aan op klem L en de nul op klem N van J7 (40).
Klemmenstrook J7
PE
Aarde
N
Nul
L
Fase
844 E R
L
N
J7
L
N
PE
24
J2
Voorbeeld: RP2
39
40
532243 - Rev.B