11. DIAGNOSTIEK
11.1 STATUS VAN DE AANSLUITINGEN
Verplaats de vleugel naar halverwege de beweging, activeer de
stroomvoorziening en controleer de leds op e kaart ( 10): de
leds moeten overeenkomen met de vetgedrukt aangegeven status-
sen. Anders moeten de aansluitingen gecorrigeerd worden.
11.2 STATUSSEN VAN HET
AUTOMATISERINGSSYSTEEM
Wanneer de kaart niet geprogrammeerd wordt, toont het display
2 cijfers om de status van het automatiseringssysteem te signale-
ren ( 11).
11.3 SIGNALERING ASSISTENTIE-AANVRAAG
De signalering, indien geactiveerd in de geavanceerde program-
mering, wordt actief wanneer de teller voor het geprogrammeerd
onderhoud op nul wordt gesteld.
De signalering bestaat uit een voorknippering van 2 sec bij elke
manoeuvre, gevolgd door het zwaailicht.
1. Activeer de signalering in de geavanceerde programmering: func-
A S
Y
tie
=
2. Stel de cyclusteller in de geavanceerde programmering in: functie
n c
.
- De teller komt overeen met duizenden cycli en verhoogt elke
1000 uitgevoerde bedrijfscycli, waarbij de resterende duizenden
worden weergegeven.
12. ONDERHOUD
RISICO'S
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
F
Vooraleer onderhoudsinterventies uit te voeren, moet u de elektrische
netvoeding onderbreken. Indien de scheidingsschakelaar niet zichtbaar
is, moet u een bord "AANDACHT - Onderhoud in uitvoering" erop aanbren-
gen. Herstel de elektrische voeding op het einde van het onderhoud, nadat
de zone opnieuw in orde is gesteld.
!
Het onderhoud moet door de installateur/onderhoudstechnicus worden
uitgevoerd.
Respecteer alle instructies en aanbevelingen voor de veiligheid die in deze
handleiding worden geleverd.
Baken de werf af waar gewerkt wordt en verbied de toegang/passage. Laat
de werf niet onbewaakt achter.
De werkzone moet netjes en moet op het einde van het onderhoud vrij
worden gemaakt.
Vooraleer werkzaamheden uit te voeren, moet u wachten tot de opgewarmde
componenten zijn afgekoeld.
Voer geen wijzigingen aan de oorspronkelijke componenten uit.
FAAC S.p.A. wijst alle verantwoordelijkheid af voor schade die voortvloeit uit
wijzigingen of geknoei aan componenten.
De garantie vervalt indien met deze componenten wordt geknoeid.
Gebruik uitsluitend originele FAAC reserveonderdelen om de vervangingen
uit te voeren.
844 E R
10 Led op de kaart
In vetgedrukte tekens wordt de toestand van de leds met gevoede kaart,
poort halverwege de beweging en geen van de verbonden voorzieningen
actief, weergegeven.
Led
FC1
Eindschakelaar 1
FC2
Eindschakelaar 2
OPEN B
Bediening gedeeltelijk opening
OPEN A
Bediening volledige opening
FSW OP
Fotocellen openen
FSW CL
Fotocellen sluiten
STOP
Stop
SAFE
Schakellijsten
ENCODER Knippert tijdens de beweging
uit (open contact) aan (gesloten contact) knipperend
11 Statussen van het automatiseringssysteem
Display
0 0
Gesloten
0 1
Tijdens opening
0 2
Geblokkeerd
0 3
Geopend
0 4
Open tijdens pauze
34
niet bezet
bezet
niet bezet
bezet
actief
niet actief
actief
niet actief
niet bezet
bezet
niet bezet
bezet
niet actief
actief
niet actief
actief
0 5
Test Failsafe mislukt
0 6
Tijdens sluiting
0 7
Tijdens omkering
0 8
Tussenkomst fotocellen
532243 - Rev.B