8.7.41 Vastgestelde voordruk (4.3.22)
Afb. 91 Vastgestelde voordruk
Beschrijving
Deze functie wordt alleen gebruikt wanneer er geen voordruksen-
sor is geplaatst in het systeem en de voordruk vast en bekend is.
Als het boostersysteem een vaste voordruk heeft, dan kan deze
in dit display worden ingevoerd zodat de CU 352 de capaciteit en
de regeling van het systeem kan optimaliseren.
Instelbereik
Een vaste voordruk kan worden ingesteld, en de functie kan wor-
den in/uitgeschakeld.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Stop functie > Vast-
gestelde voordruk.
•
Selecteer: Ingeschakeld / Uitgeschakeld.
•
Stel in: Vastgestelde voordruk.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
48
8.7.42 Inschatting van debiet (4.3.23)
Afb. 92 Inschatting van debiet
Beschrijving
Zoals beschreven in paragraaf
kan de CU 352 het bedrijf optimaliseren aan de hand van
(4.3.19)
capaciteitscurves en motorgegevens. In dit display kunt u curve-
types selecteren die, mits beschikbaar, de CU 352 zal gebruiken
voor de optimalisatie.
Bij grote debieten kan het zijn dat er aanzienlijke verliezen in de
opvoerhoogte optreden tussen de persflens van de pomp en de
druksensor. Deze verliezen worden veroorzaakt door terugslag-
kleppen en bochten in de leidingen. Om de debietschatting van
het systeem te verbeteren is compensatie voor het verschil tus-
sen het gemeten en het actuele drukverschil over de pomp nood-
zakelijk. Dit wordt gedaan door de verliezen in opvoerhoogte in
terugslagkleppen en bochten in de leidingen bij het nominale
debiet van één pomp in te voeren.
Instelbereik
•
2e graads QH polynoom
•
5e graads QH polynoom
•
Vermogenspolynoom, QP
•
Verlies in opvoerhoogte
Het is mogelijk om meerdere curvetypes te selecte-
ren, aangezien de CU 352 de prioriteit vaststelt op
N.B.
basis van de beschikbare gegevens.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Stop functie > Inschatting
van debiet.
Fabrieksinstelling
Alle polynomen zijn geselecteerd.
8.7.39 Pompcurvegegevens