8.7.3 Alternatieve setpoints (4.1.2)
Afb. 39 Alternatieve setpoints
Beschrijving
Deze functie maakt het mogelijk om maximaal zes setpoints
(2 t/m 7) te selecteren als alternatief voor het primaire
setpoint (1). Het primaire setpoint (1) wordt ingesteld in menu
"Bedrijf".
Elk alternatieve setpoint kan handmatig worden toegekend aan
een afzonderlijke digitale ingang (DI). Wanneer het contact van
de ingang wordt gesloten is het alternatieve setpoint van toepas-
sing.
Als er meer dan één alternatief setpoint is geselecteerd, en ze
zijn tegelijkertijd geactiveerd, dan selecteert de CU 352 het set-
point met het laagste nummer.
Instelbereik
•
Zes setpoints, nr. 2 t/m 7.
Fabrieksinstelling
Er zijn geen alternatieve setpoints geselecteerd.
28
8.7.4 Alternatieve setpoints 2 - 7 (4.1.2.1 - 4.1.2.7)
Afb. 40 Alternatieve setpoints 2 - 7
Voor elk alternatieve setpoint selecteert u de digitale ingang om
het setpoint te activeren.
Het is mogelijk om een setpoint in te stellen voor gesloten en
open regelkring.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Instellingen > Primaire regelaar > Alternatieve setpoints.
1. Selecteer alternatief setpoint.
2. Selecteer: Ga naar instelling van digitale ingang.
Display Dig. ingangen (4.3.7) verschijnt.
3. Stel de ingang in.
4.
.
5. Selecteer de menubalk van het setpoint (gesloten of open
regelkring).
6. Stel het setpoint in.
Stel beide setpoints in als het systeem zowel in open als in
gesloten regelkring geregeld moet worden.
Fabrieksinstelling
Er zijn geen alternatieve setpoints ingesteld.