Nominaal werkpunt
Hmax
Hnom
Qnom
Afb. 86 Aflezen van Qnom, Hnom, Hmax en Qmax (Web-
CAPS)
Werkpunt, Q0,
100 % toerental
Vermogen, Q0, 100 % toerental
Afb. 87 Aflezen van vermogen, Q0, 100 % toerental (Web-
CAPS)
Werkpunt, Q0, 50 % toerental
Vermogen, Q0, 50 % toerental
Afb. 88 Aflezen van vermogen, Q0, 50 % toerental (Web-
CAPS)
Qmax
Afb. 89 Aflezen van nominaal vermogen Pnom (WebCAPS)
Qnom en Hnom zijn het nominale werkpunt van de
pompen en meestal het werkpunt met het hoogste
N.B.
rendement.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Stop functie Instellingen >
Secundaire functies > Stop functie > Pompcurvegegevens.
4. Selecteer en stel in:
•
Nominaal debiet Qnom
•
Nominale opvoerhoogte Hnom
•
Max. opvoerhoogte Hmax
•
Max. debiet Qmax
•
Vermogen, Q0, 100 % toerental
•
Vermogen, Q0, 50 % toerental
•
Nominaal vermogen Pnom.
8.7.40 Besturingsbron (4.3.20)
Afb. 90 Besturingsbron
Beschrijving
Het systeem kan op afstand geregeld worden via een externe
busverbinding (optie). Zie paragraaf
graaf
8.8 Datacommunicatie
De besturingsbron, CU 352 of de externe busverbinding, kan wor-
den geselecteerd.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Stop functie > Besturings-
bron.
Fabrieksinstelling
De besturingsbron is de CU 352.
Werkpunt, nominaal
vermogen Pnom
Nominaal vermogen Pnom
GENIbus. Zie para-
8.8.2
voor meer informatie.
47