8.5 Bedrijf (2)
In dit menu kunt u de belangrijkste parameters instellen, zoals
setpoint, bedrijfsmodus, regelmodus en regeling voor afzonder-
lijke pompen.
8.5.1 Bedrijf (2)
A
C
Afb. 17 Bedrijf
Beschrijving
De kolom toont het instelbereik. Bij een gesloten regelkring komt
dit overeen met het bereik van de primaire sensor, hier 0-16 bar.
Bij een open regelkring is het instelbereik 0-100 %.
Aan de linkerzijde van de kolom wordt het geselecteerde setpoint
1 (A) getoond, d.w.z de waarde ingesteld in het display. Aan de
rechterzijde van de kolom wordt het actuele setpoint (B) getoond,
d.w.z het setpoint dat fungeert als referentie voor de PI-regelaar.
Als er geen vorm van externe setpoint-beïnvloeding is geselec-
teerd, zullen de twee waarden identiek zijn. De meetwaarde
(persdruk) wordt getoond als het grijze gedeelte van de kolom
(C). Zie paragraaf
8.7.5 Externe setpoint-beïnvloeding (4.1.3)
8.7.6 Instelling van beïnvloedingsfunctie
Onder het display is een menuregel voor het instellen van set-
point 1 en de keuze van de bedrijfsmodus, inclusief de bedrijfs-
modi "Normaal" en "Stop". Het is mogelijk om verdere instellingen
te selecteren: bedrijfsmodus van het systeem, regelmodus,
instellingen voor gesloten en open regelkring, en regeling van
afzonderlijke pompen.
Instelbereik
Setpoint:
Gesloten regelkring: Meetbereik van de primaire sensor
Open regelkring:
0-100 %
Instelling via het bedieningspaneel
Setpoint
•
Bedrijf > Stel setpoint 1 in, open kring / Stel setpoint 1 in,
gesl.kring.
Stel de waarde in.
Bedrijfsmodus
•
Bedrijf
Select: Normaal / Stop.
Verdere instellingen
•
Bedrijf > Verdere instellingen.
18
B
en
(4.1.3.2).
Selecteer één van de onderstaande instellingen:
•
Systeem bedrijfsmodus
(zie paragraaf 8.5.2).
•
Regelmodus
(zie paragraaf 8.5.3).
•
Alternatieve setpoints
(zie paragraaf 8.5.4).
•
Individuele pompregeling
(zie paragraaf 8.5.6).
Fabrieksinstelling
Het setpoint is een waarde die geschikt is voor het systeem in
kwestie. De fabrieksinstelling is mogelijk gewijzigd in het opstart-
menu.
8.5.2 Systeem bedrijfsmodus (2.1.1)
Afb. 18 Systeem bedrijfsmodus
Beschrijving
Het systeem kan op zes verschillende bedrijfsmodi worden inge-
steld. "Normaal" is de gebruikelijke instelling. Zie paragraaf
8.4.3 Bedrijfsmodus
(1.2.1).
De capaciteit van deze bedrijfsmodi kan worden ingesteld in
menu:
•
Max.
•
Min.
•
Gebr. instel.
•
Nood.
Instelbereik
•
Normaal
•
Max.
•
Min.
•
Gebr. instel.
•
Stop
•
Nood.
Instelling via het bedieningspaneel
•
Bedrijf > Verdere instellingen > Systeem bedrijfsmodus >
Bedrijfsmodus.
Selecteer de gewenste regel onderaan het display om de capaci-
teit in te stellen voor min., max., door gebruiker gedefinieerd of
noodbedrijf. Zie paragraaf
8.7.35 Min., max. en door gebr. inge-
en
steld bedrijf (4.3.14)
8.7.25 Noodbedrijf
Fabrieksinstelling
Normaal.
(4.3.5).