76
Instrumenten en bedieningsorganen
Mistlampen voor
G brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 91.
Mistachterlicht
H brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 91.
Regensensor
y brandt groen.
Brandt bij inschakeling van de regen‐
sensorstand van de ruitenwisserhen‐
del.
Voorruitenwissers en -sproeiers
3 56.
Storing waarschuwing voet‐
gangersveiligheid
K brandt geel.
De waarschuwing voetgangersveilig‐
heid werkt niet.
Actief noodstopsysteem
m brandt of knippert geel.
Brandt
Het systeem is gedeactiveerd of er is
een fout gedetecteerd.
Ook verschijnt er een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Controleer de reden van deactivering
3 151 en roep bij een systeemfout de
hulp van een werkplaats in.
Let op
m brandt ook als de veiligheidsgor‐
del van de inzittenden voorin niet zijn
omgedaan. In dat geval werkt de
actieve noodrem niet.
Knippert
Het systeem is actief ingeschakeld en
remt de auto automatisch af.
Actieve noodrem 3 151.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 149.
Voetgangersbescherming vóór
3 154.
Portier open
P brandt rood.
Een portier of de achterklep staat
open.