156
Rijden en bediening
Activering
Het systeem is klaar voor gebruik
wanneer de led in de parkeerhulp‐
knop e niet brandt of wanneer e op
het Driver Information Center dooft.
De stand van het systeem wordt bij
uitschakeling van het contact in het
geheugen opgeslagen.
Na het activeren is de parkeerhulp
achter klaar voor gebruik wanneer de
achteruitversnelling wordt ingescha‐
keld.
Melding
Zodra de auto een obstakel nadert,
hoort u geluidssignalen. De geluids‐
signalen volgen elkaar sneller op
naarmate de afstand tot dat obstakel
afneemt. Is de afstand kleiner dan
ongeveer 30 cm, dan klinkt er een
continu geluid.
Ook wordt de afstand tot obstakels
achter de auto weergegeven door
veranderlijke afstandslijnen op het
Info-Display 3 79. Wanneer u het
obstakel erg dicht bent genaderd,
verschijnt het gevarensymbool +.
Uitschakelen
Het systeem wordt automatisch uitge‐
schakeld bij inschakeling van de
achteruitversnelling. Druk op e om
het systeem handmatig uit te schake‐
len. Afhankelijk van de versie licht de
led in de knop op of licht e op het
Driver Information Center samen met
een waarschuwingsbericht op en
klinkt er een geluidssignaal wanneer
het systeem wordt gedeactiveerd. Als
het systeem handmatig uitgescha‐
keld is, wordt het bij de volgende keer
inschakelen van het contact niet auto‐
matisch opnieuw ingeschakeld.