178
Rijden en bediening
Als het traject een bepaalde mate van
vermoeidheid of onoplettendheid van
de bestuurder doet vermoeden, acti‐
veert het systeem het eerste waar‐
schuwingsniveau. De bestuurder
ontvangt een bericht en er klinkt een
geluidssignaal.
Na drie waarschuwingen op het
eerste niveau activeert het systeem
een nieuwe waarschuwing met een
bericht en een doordringender
geluidssignaal.
In bepaalde omstandigheden (slecht
wegdek of harde wind) geeft het
systeem ongeacht het alertheidsni‐
veau van de bestuurder mogelijk
waarschuwingen af.
De vermoeidheidsdetectie wordt
opnieuw geïnitialiseerd als het
contact enkele minuten uitgescha‐
keld is geweest of als de snelheid
enkele minuten lager dan 65 km/u is.
Systeembeperkingen
In de volgende situaties werkt het
systeem mogelijk niet goed of hele‐
maal niet:
● slecht zicht als gevolg van onvol‐
doende verlichting van het
wegdek, sneeuwval, zware
regenval, dichte mist enz.
● verblinding door koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
weerkaatsingen op een vochtig
wegdek, uitrijden van een tunnel,
afwisselend schaduw en licht
enz.
● voorruitgedeelte vóór de camera
bedekt met vuil, sneeuw, stickers
enz.
● geen rijstrookmarkeringen gede‐
tecteerd of meerdere rijstrook‐
markeringen door wegwerk‐
zaamheden
● voorliggers vlakbij
● slingerende wegen of smalle
wegen
Opladen
Algemene informatie
9 Waarschuwing
Personen met een pacemaker
moeten een arts raadplegen voor
mogelijke voorzorgsmaatregelen.
Het opladen van de hoogspannings‐
accu van de auto hangt af van diverse
factoren:
● hoogspanningsaccu van de auto
● interne acculader (OBC)
● externe oplader
● oplaadkabel
Via de oplaadkabel wordt de hoog‐
spanningsaccu van de auto aange‐
sloten op een externe oplader die
stroom levert. Dit kan via een