222
Verzorging van de auto
Laat een teveel aan lucht
ontsnappen via de knop op de
luchtslang.
Laat de compressor niet langer
dan tien minuten werken.
16. Maak de bandenreparatieset los.
Neem de fles met afdichtmiddel
uit de compressor. Schroef de
vulslang vast op de vrije aanslui‐
ting van de fles met afdichtmiddel.
Hierdoor wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles stroomt.
Berg de bandenreparatieset in de
bagageruimte op.
17. Verwijder vrijgekomen afdicht‐
middel met een doek.
18. Zet de rit onmiddellijk voort, zodat
het afdichtmiddel zich gelijkmatig
in de band kan verspreiden. Rijd
met een snelheid tussen 20 km/u
en 60 km/u. Stop na ongeveer
5 km maar uiterlijk na tien minuten
rijden en controleer de banden‐
spanning. Schroef de luchtslang
van de compressor rechtstreeks
op bandventiel. Vul de band zoals
eerder beschreven. Laat een
teveel aan lucht ontsnappen via
de knop op de luchtslang.
Als de bandenspanning niet tot
onder 200 kPa (2 bar) is gedaald,
moet u de bandenspanning op de
juiste waarde instellen. Maak
anders geen gebruik van de auto.
Roep de hulp in van een werk‐
plaats.
Herhaal de controleprocedure na
nog eens 10 km rijden maximaal
tien minuten om na te gaan dat er
geen bandenspanningsverlies
meer optreedt.
Bij een bandenspanning lager
dan 200 kPa (2 bar) dient u de
auto niet meer te gebruiken. Roep
de hulp in van een werkplaats.
19. Berg de bandenreparatieset in de
bagageruimte op.
Let op
De rijeigenschappen van de
herstelde band zijn veel minder
goed, daarom deze band laten
vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke
verhitting van de compressor, moet
u deze minimaal 30 min. lang
uitschakelen.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van
700 kPa (7 bar).
Let op de vervaldatum van de set.
Na deze datum is niet meer gega‐
randeerd dat het middel nog goed
afdicht. Let op de bewaarinstructies
op de fles met afdichtmiddel.
Vervang de gebruikte fles met
afdichtmiddel. Voer de fles af
volgens de geldende wettelijke voor‐
schriften.
De compressor en het afdichtmiddel
zijn vanaf ca. -30 °C te gebruiken.
Wiel verwisselen
Tref de onderstaande voorbereidin‐
gen en volg de instructies op:
● Parkeer de auto op een vlakke,
stevige en slipvrije ondergrond.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Zet zo nodig een stopblok onder
het wiel schuin tegenover het te
vervangen wiel.
● Schakel de parkeerrem in en
schakel de eerste versnelling,
achteruitversnelling of stand P in.