20
Sleutels, portieren en ruiten
De startbeveiliging wordt automatisch
geactiveerd.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
Let op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. De auto na het verla‐
ten altijd vergrendelen 3 10.
Schakel het diefstalalarmsysteem in
3 18.
Noodbediening van de elektronische
sleutel 3 108.
Buitenspiegels
Bolle vorm
Door de vorm van de spiegel lijken
voorwerpen kleiner dan ze zijn, waar‐
door afstanden moeilijker zijn in te
schatten.
Dodehoeksysteem 3 165.
Elektrische verstelling
Kies de desbetreffende buitenspiegel
door C naar links of naar rechts te
duwen.
Beweeg daarna de knop om de spie‐
gel te verstellen.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit
de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.