Meetwaterbord EASYPRO COMPACT
3 Doelmatig gebruik
3.1 Aanwijzing voor productaansprakelijkheid
Door het niet doelmatig gebruiken van het apparaat kan het functioneren
en de voorziene bescherming geschaad worden. Dit heeft verlies van alle
aansprakelijkheid op vorderingen tot gevolg!
Let op dat in de volgende gevallen de aansprakelijkheid op de bediener/
gebruiker overgaat:
Als het meetwaterbord niet conform deze bedieningshandleiding
n
wordt gebruikt, vooral met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften,
de instructies en het hoofdstuk Doelmatig gebruik.
De informatie voor inzet- en omgevingsvoorschriften (zie hoofdstuk 7
n
„Installatie" op pagina 17) worden niet aangehouden.
Het apparaat wordt door personen gebruikt die niet voldoende voor de
n
desbetreffende taak gekwalificeerd zijn.
Aan het apparaat worden ongeauthoriseerde veranderingen
n
aangebracht.
3.2 Toepassingsdoel
Het meetwaterbord EASYPRO COMPACT is uitsluitend bedoeld voor
meet- en controletaken bij de behandeling van zwem- en badwater in
zwembaden en whirlpools die niet volgens DIN 19643 worden gebruikt.
De betrouwbaarheid van het geleverde product is alleen bij doelmatig
gebruik gegarandeerd.
Alle aanwijzingen die deze toepassing tegenspreken, zijn ontoelaatbaar
en hebben verlies op garantie tot gevolg.
De regelaar op het meetwaterbord bewaakt de meetwaarden bij de
waterzuivering en stuurt de doseersystemen die voor de waterzuivering
zijn aangesloten aan. De regelaar zorgt op deze manier voor constante
waterwaarden in verschillende toepassingen en kan universeel worden
gebruikt. De belangrijkste toepassing is het handhaven van de waterkwa-
liteit in zwembaden door het evalueren van de meting van de chloorwaar-
de, de pH-waarde en de redoxwaarde.
3.3 Voorspelbare foute toepassingen
Hierna vindt u informatie over welke toepassingen van het apparaat niet
doelmatig zijn. Dit hoofdstuk zal het mogelijk maken om bedieningsfou-
ten al in het beginstadium als zodanig te herkennen en te vermijden.
De te voorziene foute toepassingen zijn toegewezen in de volgende stadia
waarin ze verkeren:
3.3.1 Foute montage
Aansluiting van de voedingsspanning zonder aarding.
n
Niet beveiligde netspanning of netspanning die niet overeenkomstig
n
de norm is.
Scheiding van de voedingsspanning is niet resp. niet gemakkelijk
n
genoeg uit te voeren.
Foute aansluitleidingen voor netspanning.
n
Sensoren en actuatoren op de verkeerde klemmen aangesloten of
n
verkeerd geconfigureerd.
Verwijderde aardleiding.
n
© Lutz-Jesco GmbH 2020
Technische wijzigingen voorbehouden.
200122
3.3.2 Foute ingebruikname
Inbedrijfstelling met beschadigde of verouderde sensoren.
n
Inbedrijfstelling zonder het nemen van alle veiligheidsmaatregelen,
n
het aansluiten van alle bevestigingen enzovoort.
3.3.3 Foute bediening
Beschermingsinrichting functioneert niet naar behoren of wordt
n
gereduceerd.
Zelf uitgevoerde ombouw van de regelaar.
n
Negeren van alarm- of foutmeldingen.
n
Verhelpen van alarm- of foutmeldingen door niet voldoende
n
gekwalificeerd personeel.
Overbruggen van de externe zekering.
n
Bediening bemoeilijkt door onvoldoende verlichting of slechte toegang
n
tot het apparaat.
Bediening niet mogelijk door vuil en slecht leesbaar display.
n
3.3.4 Fout onderhoud
Het uitvoeren van onderhoud terwijl de pomp in bedrijf is.
n
Geen toereikende en regelmatige controle op goed functioneren.
n
Geen vervanging van beschadigde onderdelen of kabels.
n
Geen bescherming tegen terug inschakelen tijdens onderhoudswerk-
n
zaamheden.
Gebruik van verkeerde reserveonderdelen.
n
BA-42840-05-V03
Bedieningsvoorschrift
Doelmatig gebruik
7