Meetwaterbord EASYPRO COMPACT
8.6.3.2 Tweede overzicht configureren
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op de toets 'Hoofdmenu' linksonder op het display tot het
tweede overzicht met de individueel in te stellen vensters verschijnt.
2. In elk venster bevindt zich rechtsboven een tandwielpictogram.
Druk op het pictogram om het gekozen venster te configureren en
stel het volgende in.
3. Naam: geef het venster een naam naar keuze.
4. Weergave 1 – 5: er kunnen afhankelijk van hoe groot het venster is
tot vijf weergaven worden geconfigureerd. U kunt kiezen uit: de
meetwaarden, de virtuele waarden, de stelwaarden, de gewenste
waarden, de stoorgrootten, de digitale ingangen en de externe
leduitgangen.
ü
De configuratie van het tweede overzicht is afgesloten.
8.6.4 Kleuren van alarmmeldingen
U kunt de kleuren van de verschillende meldingen wijzigen.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het hoofdmenu via Systeem > Instellingen naar het tabblad
'Alarmkleur'.
2. Zoek in het tabblad 'Alarmkleur' de melding waarvoor u de
alarmkleur wilt wijzigen.
3. Druk op de regel van het alarm en daarna op 'Wijzigen'.
4
U kunt nu kiezen uit vier kleurvelden.
ü
De alarmkleur is gewijzigd.
8.6.5 Configuratie opslaan
U kunt uw individuele configuratie opslaan en later weer laden om
problemen snel op te lossen.
Advies: wijzig het standaardconfiguratiebestand niet en sla
i
uw eigen configuratie in een nieuw bestand op. Bij problemen
met de configuratie kunt u zo snel terugkeren naar een
configuratie die wel goed werkt.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het hoofdmenu via Systeem > Instellingen naar het tabblad
'Configuratie'.
2. Druk op 'Opslaan' en voer een bestaande bestandsnaam in om een
bestand te overschrijven of voer een nieuwe bestandsnaam in om
een nieuw configuratiebestand aan te maken.
3. Druk op het groene vinkje om de invoer op te slaan.
ü
De configuratie is opgeslagen.
Inbedrijfstelling meetwaterborden
Inbedrijfstelling meetwaterborden
30
Wachtwoordbescherming
8.7 Wachtwoordbescherming
De wachtwoordbeveiliging van het apparaat is standaard gedeactiveerd.
U kunt het apparaat op drie niveaus met wachtwoorden beveiligen tegen
toegang tot bepaalde functies.
1 niveau: hier zijn alleen eenvoudige instellingen vrijgegeven. Dit
n
niveau is geschikt voor dagelijkse werkzaamheden.
2 niveau: hier is het configureren van de in- en uitgangen en het
n
afstellen van de sensoren vrijgegeven. Dit niveau is nodig voor de
configuratie van het apparaat en mag alleen door ervaren gebruikers
worden gebruikt.
3 niveau: hier is het servicemenu vrijgegeven. Dit niveau wordt
n
voornamelijk gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden, zoals het
vervangen van sensoren, software-updates of netwerkinstellingen.
i
De volgende wachtwoorden zijn standaard ingesteld:
1 niveau: 0001
2 niveau: 0002
3 niveau: 0003
Wachtwoordbeveiliging configureren
Afb. 25: Wachtwoordbeveiliging configureren
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op het hangslotpictogram in de linkerbovenhoek om de
wachtwoordbeveiliging te configureren.
2. Wachtwoordbescherming actief: geef aan of de wachtwoordbevei-
liging moet worden geactiveerd of gedeactiveerd. De wachtwoordbe-
veiliging kan alleen worden gedeactiveerd als u bij niveau 3 bent
aangemeld.
4
De wachtwoordbeveiliging moet zijn geactiveerd om de volgende
stappen te ontgrendelen.
3. Druk op een van de drie wachtwoordniveaus waar u zich in wilt
aanmelden.
4. Aanmelden: meld u met het wachtwoord bij het gekozen wacht-
woordniveau aan.
5. Wachtwoord wijzigen: u kunt het wachtwoord van het niveau
wijzigen waar u bij bent aangemeld.
ü
De wachtwoordbeveiliging is geconfigureerd.
BA-42840-05-V03
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2020