Meetwaterbord EASYPRO COMPACT
3. Voer nu een waarde tussen 0 en 100 % in en controleer of de
actuator reageert zoals gewenst.
ü
De actuator is getest.
Analoge uitgangen testen
U kunt ook de toewijzing aan de klemmen 13 tot 20 testen.
Handelingsacties:
ü
Het deksel op de behuizing van het apparaat is gesloten.
ü
De voeding is aangesloten en het apparaat is ingeschakeld.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het hoofdmenu naar Systeem > Uitgangen > Analoog.
4
U ziet nu alle analoge uitgangen (klemmen 13 − 20).
2. Druk op 'Testsignaal'.
3. Stel een mA-waarde in.
4. Druk op 'Start'.
ü
De analoge uitgangen zijn getest.
7.7 Digitale ingangen
U kunt tot acht digitale ingangen gebruiken om schakeltoestanden te
analyseren, als alarmmelding te detecteren en in het logboek te
documenteren.
Meer informatie over de instellingen van de digitale ingangen vindt u in
hoofdstuk 8.6.1.6 „Digitale ingangen" op pagina 27.
7.8 RC-contactor voor relais
Let er bij de aansluiting op de relais op dat inductieve belastingen moeten
worden onderdrukt. Als dat niet mogelijk is, moet het relaiscontact bij het
klemmenblok van het apparaat met een RC-beveiligingscircuit of
storingsonderdrukker worden beveiligd.
Bij het aansluiten van apparaten met inductieve lasten met meer dan één
ampère nominale stroom bij een relais kunnen de contacten in het relais
aan elkaar vastkleven. Het apparaat werkt daardoor ongecontroleerd. Om
in het geval van kortsluiting in het laststroomcircuit vastkleven te
voorkomen, moeten de inductieve lasten apart op de maximale
relaisschakelstroom worden ingesteld.
Handelingsacties:
ü
U wilt een inductieve last op het relais klemmen.
Voer de volgende stappen uit:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Klem de storingsonderdrukker evenwijdig aan de inductieve last
vast.
3. Als punt 2 niet mogelijk is, moet u de storingsonderdrukker
evenwijdig aan de relaisuitgang vastklemmen.
ü
RC-contactor voor relais is aangesloten.
© Lutz-Jesco GmbH 2020
Technische wijzigingen voorbehouden.
200122
7.9 Ethernet aansluiten
U kunt de ethernetaansluiting voor het volgende gebruiken:
Lezen/schrijven via Modbus TCP/IP-protocol (PLC of computer)
n
Toegang via webbrowser
n
Toegang via TFTP-server
n
Het apparaat heeft een netwerkingang in de vorm van een vierpolige en
D-gecodeerde bus M12x1. Om een voor Ethernet-Netwerken typische
RJ-45 stekkeraansluiting te verkrijgen, biedt Lutz-Jesco speciale
twisted-pair netwerkkabels in verschillende lengtes aan. Bij kabels van
andere fabrikanten moet een kabel van de categorie 5 met 100 Ohm
impedantie of beter gekozen worden.
Pin
Bezetting
1
TX-
2
TX+
3
RX-
4
RX+
-
Afscherming
Tab. 26: Aansluitbus Ethernet
Afb. 20: Ethernetverbinding
Installatie van een bekabeld Netwerk
Let bij de installatie op het volgende:
De Ethernet netwerk verkabeling is stervormig aangelegd: De
n
kabellengte bedraagt maximaal honderd meter.
Gebruik alleen afgeschermde kabels en connectoren.
n
Gebruik alleen CAT5-kabels of hoger.
n
7.10 RS485-interface
ON
A B
Afb. 21: positie van jumper op RS485
Als er meerdere apparaten op één gegevenskabel zijn
i
aangesloten, moet u bij het laatste apparaat een weerstand
van 120 Ω activeren.
U kunt de weerstand activeren door de jumper op 'ON' te
zetten, zoals op Afb. 21 „positie van jumper op RS485" op
pagina 21 te zien is.
BA-42840-05-V03
Bedieningsvoorschrift
Kleur ader
geel
oranje
wit
blauw
-
OFF
A B
Installatie
21